News from the Department of Finance

Bedrijven kunnen hun werknemers beschermen tegen ontslag ten tijde van ongunstige schokken in de industrie. In ruil daarvoor ontvangen werknemers lagere salarissen. Zulke impliciete contracten werken – zolang werknemers voldoende politieke invloed hebben.

Vertegenwoordiging van werknemers op directieniveau is teruggekeerd op de politieke agenda. Zelfs landen die van oudsher sceptisch zijn over representatie van werknemers en meer zeggenschap van werknemers in besluiten op directieniveau, bespreken nu vertegenwoordiging van werknemers in het management. In 2017 suggereerde Premier May veranderingen in deze richting in het Verenigd Koninkrijk, en Senator Warren heeft in 2018 een soortgelijk wettelijk voorstel geïntroduceerd in de Verenigde Staten. Terwijl het verhitte en controversiële politieke debat onverminderd doorgaat, bestaat er een schaarste aan rigoureus academisch bewijs.

In een recente empirische studie analyseert Christoph Schneider, assistent professor Corporate Finance Universiteit van Tilburg, samen met zijn coauteurs E. Han Kim (Universiteit van Michigan) en Ernst Maug (Universiteit van Mannheim) de vertegenwoordiging van werknemers in het management in Duitsland en concludeert daarin dat deze vertegenwoordiging in het management risicodeling faciliteert tussen werkgevers en werknemers.

“Vandaar dat het verliezen van een baan als gevolg van moeilijke economische tijden een algemene angst is die bestaat onder werknemers.”

Menselijk kapitaal vertegenwoordigt misschien wel de grootste bron van risico in het bedrijfsleven. Tijdens economische recessies kunnen werkgevers genoodzaakt zijn hun personeelsbestand te verkleinen om zodoende de huidige positie in de markt te behouden. Vandaar dat het verliezen van een baan als gevolg van moeilijke economische tijden een algemene angst is die bestaat onder werknemers. Economische theoretici beweren al lang dat de optimale manier om risico te delen een impliciet contract inhoudt, een regeling waarin werknemers baanzekerheid hebben in ruil voor lagere salarissen; deze lagere salarissen accepteren zij dan als verzekeringspremie. Het is echter onduidelijk hoe bedrijven zich zouden moeten verbinden aan een contract waarbij ze werknemers behouden, zelfs ten tijde van economische verslechtering. Daarnaast moeten werknemers bereid zijn hun werkgevers te compenseren voor de baangarantie die ze ontvangen. Christoph Schneider en zijn coauteurs beweren dat medezeggenschap een mogelijkheid vormt om bedrijven een geloofwaardige verbintenis aan te laten gaan; werknemers zullen deze verbintenis ook accepteren door de lagere compensatie als een quid pro quo.

Medezeggenschap versterkt het impliciete contract

De auteurs gebruiken Duitse data op fabrieksniveau welke zeer geschikt is voor zo’n analyse. Het land vormde de voorhoede van arbeidsvertegenwoordiging die startte in de jaren ‘70 en is ongeveer gemiddeld wat betreft arbeidsrechtelijke bescherming in de OECD. Sinds 1976 bestaat er zogenoemde pariteit-medezeggenschap. Dit betekent dat het volgens de wet verplicht is dat ten minste 50 procent van de Raad van Commissarissen bestaat uit werknemers bij bedrijven die 2,000 of meer werknemers hebben.

De analyse bevat data van 1990 tot en met 2008. De studie onderzoekt of werk- en salaris verzekering wordt verschaft en als dat zo is, of het een invloed heeft op de prestaties van het bedrijf. De resultaten van de studie wijzen erop dat er in het geval van pariteit-medezeggenschap twee groepen succesvol worden beschermd: ‘white-collar’ en geschoolde ‘blue-collar’ werknemers profiteren van de regeling. Deze werknemers profiteren van een arbeidsprotectie die werknemers in niet-pariteit bedrijven niet ontvangen. Maar voor ongeschoolde ‘blue-collar’ werknemers werkt zelfs pariteit-medezeggenschap niet. De auteurs schrijven de ongelukkige positie van deze groep toe aan het feit dat ze vrijwel nooit vertegenwoordigd worden in het management. De ongeschoolde blue-collar werknemers, die zo’n 20 procent van het personeelsbestand vormen, nemen deel aan de verkiezingen van directievertegenwoordigers maar hun belangen blijken niet voldoende te worden gerepresenteerd om impliciete contracten af te kunnen dwingen; dit benadrukt het belang van deelname in het bestuur.

Aandeelhouders profiteren niet, alleen geschoolde werknemers plukken de vruchten

De studie onthult dat werknemers met hogere kwalificaties in scholing, een groep die grotendeels overlapt met ‘white-collar’ en de geschoolde ‘blue-collar’ werknemers, een lagere compensatie van gemiddeld 3.3 procent accepteren wanneer zij werken voor een bedrijf waarin pariteit-medezeggenschap geldt. In ruil daarvoor profiteert deze groep van baanzekerheid en het bedrijf kan de besparingen opzij zetten voor een potentiele fase van recessie. Deze bevinding leidt onvermijdelijk tot de vraag of dit voldoende is om economische verslechteringen te doorstaan. Overleven bedrijven met pariteit-medezeggenschap recessieperioden? Profiteren aandeelhouders wel van dit impliciete verzekeringsmodel? Of leidt de baanzekerheid, die voortvloeit uit pariteit-medezeggenschap, tot een verslechterde financiële positie van het bedrijf op de lange termijn?

Christoph Schneider en zijn coauteurs hebben bevonden dat, in vergelijking met niet-pariteit bedrijven, pariteit bedrijven voornamelijk hard worden getroffen door economische recessies. Maar het lijkt erop dat de verliezen gecompenseerd worden door besparingen uit hoofde van de salaris concessies. De studie analyseert de bedrijven gedurende de hele business cyclus waaronder verschillende stadia van de economie en vindt geen lange termijn verschillen wat betreft prestaties en waardebepaling tussen pariteit- en niet-pariteit bedrijven. Dit betekent echter dat werknemers profiteren van baanzekerheid, terwijl aandeelhouders hier geen enkel profijt bij lijken te hebben. Vandaar dat de auteurs de conclusie trekken dat bedrijven niet vrijwillig zullen kiezen voor vertegenwoordiging van werknemers in het bestuur. Wettelijke ingrepen zullen nodig zijn wil baanzekerheid over het bedrijf verdeeld worden.

Kim, E H., Maug, E. and Schneider, C. (2018). Labor representation in governance as an insurance mechanism. Review of Finance, 22, 1251-1289.

reacties