Studenten en geld: een kijkje in de wereld van investerende studenten

Studenten en geld, voor velen een combinatie die gedoemd is te mislukken. Studenten worden vaak afgeschilderd als feestende, zuipende, ongeleide projectielen die alleen maar bezig zijn met het verkwisten van het geld van ome DUO. Maar wij, het Dutch Student Investment Fund (DSIF) uit Twente, proberen te laten zien dat studenten en geld ook een heel waardevolle combinatie kunnen vormen. Dit doen we door fondsen te werven van investeerders, om hier vervolgens startups van onze medestudenten mee te financieren. In dit artikel wil ik je vertellen wie wij zijn en wat we doen, en proberen we je te laten zien hoe venture capital funds naar startups kijken.

DSIF is het eerste investeringsfonds in Europa dat wordt gerund door studenten. Ruim 2 jaar geleden is het concept van investerende studenten over komen waaien uit de Verenigde Staten, en is in Twente het initiatief ontstaan om iets soortgelijks op te zetten. Op 7 april 2016 werd de oprichting van DSIF een feit, en konden de studenten op pad met een totaalbudget van 300.000 euro, om het ondernemerschap onder studenten op de Universiteit en Hogeschool te ondersteunen. Dit doen we door middel van het uitgeven van converteerbare leningen, tot een maximum van 50.000 euro, aan startups opgericht door studenten, net afgestudeerden en promovendi van de Universiteit van Twente en het Saxion.

“Het investeren in een vroege fase brengt uiteraard de nodige risico’s met zich mee, omdat de potentie van een startup op dat moment nog lastig in te schatten is.”

DSIF is een open-ended fund, wat wil zeggen dat investeringen in ons fonds in principe voor onbepaalde tijd zijn, en opereert met name in de zeer vroege fasen van studenten startups. Dat is ook meteen onze competitive edge, omdat deze pre-seed fase iets is waar de meeste gerenommeerde venture capital funds hun vingers nog niet aan branden. Natuurlijk brengt het opereren in deze vroege fase de nodige risico’s met zich mee, omdat de potentie van een startup op dat moment nog lastig in te schatten is. Om deze risico’s zo veel mogelijk in te perken doen we een uitvoerige due diligence.

Tussen het eerste contact met een studentondernemer en een concreet voorstel voor financiering wordt een proces met een aantal stappen doorlopen. Studenten die binnenkomen met niets meer dan een idee worden eerst geholpen met het ontwikkelen van een rendabel businessplan. Als basis daarvoor gebruiken we vaak het Business Model canvas, omdat dit model een vrij compleet beeld geeft van wat een ondernemer wil doen, hoe ze dat willen doen, en niet onbelangrijk, hoe ze hun idee willen commercialiseren. Na het succesvol opstellen, tweaken en pitchen van het businessplan door de ondernemer, wordt er een term sheet opgesteld, waar in staat wat de ondernemer aan financiering kan krijgen en onder welke voorwaarden. Natuurlijk zitten er in het businessplan veel aannames en inschattingen van de ondernemer op het gebied van marktgrootte, inkomsten, kosten, et cetera. Daarom voert DSIF nog een uitvoerige due diligence uit waarin we onder andere vaststellen of wij het eens zijn met de aannames van de ondernemer, of zijn doelgroep ook daadwerkelijk interesse heeft in het product, en of wij ook echt geloven in de potentie van de startup. Als ook de due diligence succesvol wordt doorlopen kan de daadwerkelijke financieringsovereenkomst gesloten worden.

“Met een stukje begeleiding van onze senior board proberen wij als studenten iets te betekenen voor de ondernemers in onze omgeving.”

En wat zijn nu een aantal belangrijke zaken waar wij (en andere venture capital funds) op letten bij het inschatten van potentie van een startup? Natuurlijk zijn er veel belangrijke punten die niet allemaal benoemd kunnen worden, maar hier zijn er een aantal die vaak het revue passeren:

Schaalbaarheid. Een schaalbare startup kan relatief eenvoudig groeien in omzet, zonder dat de kosten in gelijke mate toenemen. Bijvoorbeeld veel softwareproducten zijn schaalbaar, omdat er eindeloos veel licenties voor verkocht kunnen worden, zonder dat de ontwikkel- en onderhoudskosten enorm toenemen.

Marktpotentie. Natuurlijk is het belangrijk dat er markt is voor het product/service die de startup verkoopt, en hoe groot deze markt is, maar ook andere zaken tellen mee. Past het inkomstenmodel van de startup bijvoorbeeld bij de markt die het bedient, of zijn er al concurrenten in de markt die de inkomsten van een startup kunnen bedreigen?

Het Team. Binnen een startup heb je veel verschillende disciplines nodig het businessplan succesvol uit te voeren. Een complementair team speelt zeker in zeer vroege fasen een belangrijke rol in de potentie van een startup. Bij een startup met een technisch product moeten er bijvoorbeeld zowel techneuten aan boord zijn voor ontwikkeling van het product, als commerciële mensen die het product kunnen vermarkten.

Onderscheidend vermogen. Hoe kan een startup zich onderscheiden van bestaande spelers in de markt? En hoe kan het dit onderscheidend vermogen vasthouden? Mogelijk kan dit door middel van patenten of IP-rechten, maar een startup kan ook andere strategieën kiezen om hun competitive advantage vast te houden.

Zoals je waarschijnlijk al merkt in dit verhaal is het investeren in startups erg complex, en spelen er veel factoren mee in de beslissingen die genomen moeten worden. Maar dat is voor ons geen reden om investeren alleen over te laten aan gerenommeerde venture capital funds. Met een stukje begeleiding van onze senior board (3 professionals in adviserende rol) proberen wij als studenten iets te betekenen voor de ondernemers in onze omgeving. DSIF is hiermee begonnen in Twente, en inmiddels is ASIF in Amsterdam ook opgestart. Maar natuurlijk is er in veel studentensteden ruimte voor en vraag naar dergelijke fondsen. Wie weet zijn jullie in Tilburg wel de volgende!

reacties