Een limiet op bonussen?

In deze Face2Face werpen twee deskundigen een blik op het bonusbeleid

In deze ‘Face2Face’ wordt de volgende stelling behandeld: ‘De nieuwe bonuswet is een goede stap in de juiste richting voor de financiële sector’. Waarbij we het hebben over de bonuswet die het salaris van managers in de financiële sector beperkt tot 20% van het jaarsalaris.

Voorstander – Henk Nijboer  (Tweede Kamerlid voor de PvdA en woordvoerder financiën)
De financiële sector moet weer solide en sober worden en dienstbaar zijn aan de samenleving. De belangen van alle stakeholders, die van de klant voorop, moeten worden gediend. Daarbij hoort ook een ingetogen beloningsbeleid. De bonuswetgeving is een belangrijke stap in die richting, maar er moet nog veel meer gebeuren voordat de financiële sector weer gezond is.

Als in september 2008 de Amerikaanse bank Lehman Brothers omvalt, breekt de grootse financiële crisis in tachtig jaar uit. Financiële instellingen vertrouwen elkaar niet meer en het interbancaire leenverkeer komt nagenoeg tot stilstand. Bovendien blijken financiële instellingen zo groot en complex, dat ze zelf niet meer staat zijn uit te leggen hoe ze er daadwerkelijk voorstaan. Gevolg: spaarders halen hun geld weg bij vermeende probleembanken, beleggers dumpen massaal hun aandelen en banken moeten fors afboeken op hun beleggingen. Het financiële systeem wankelt. Ook veel Nederlandse financiële instellingen komen in grote problemen. ING, SNS Reaal en Aegon krijgen voor miljarden kapitaalinjecties en de Nederlandse staat koopt de Nederlandse delen van Fortis concern. Gevolgd door de nationalisatie van SNS Reaal in 2013.

De oorzaken van de financiële crisis zijn duidelijk. Het financiële stelsel is verworden tot een systeem dat kortetermijndenken vereist en hebzucht in de hand werkt. Een amoreel systeem, zoals Joris Luyendijk het noemt, dat de invloed aanwendt om wetgeving te beperken. Een cultuur waarin alles mag, tenzij het expliciet verboden is.

Als eerste stap zijn daarom de kapitaalbuffers van banken verhoogd, zodat banken klappen zelf kunnen opvangen. Nederlandse banken moeten een ongewogen kapitaalbuffer – leverage ratio – van 4% aanhouden. Daarmee gaan we verder dan de in Europa afgesproken ongewogen kapitaalbuffer van 3%. En wat de PvdA betreft gaat deze buffer nog verder omhoog. Om een einde te maken aan de focus op het korte termijn eigen gewin hebben we in Nederland de strengste bonuswetgeving van Europa ingevoerd. Bonussen in de financiële sector worden gemaximeerd op 20% van het vaste salaris. Gouden handdrukken worden beperkt, gegarandeerde variabele beloningen verboden en door de claw back-regeling wordt bij wanprestaties verplicht geld teruggevorderd.

De bonuswetgeving is een stap in de goede richting, maar daarmee zijn we er nog lang niet. Uit een survey vorige maand van het advocatenkantoor Labaton Sucharow naar het ethisch besef onder professionals in de financiële sector, blijkt dat het ondanks de hervormingen met de integriteit in de sector nog steeds bedroevend gesteld is. Zo denkt bijna 30% van de ondervraagden dat het belang van de klant nog steeds niet op eerste plaats komt; geeft 25% van hen aan te zullen handelen met voorkennis als zij zeker wisten dat ze daar mee weg zouden komen; en heeft 1/3 van de ondervraagden niet het idee dat de sector ten goede is veranderd.

Een van de grootste problemen blijft het gebrek aan binding met de samenleving. Zoals ook de buitensporige beloningsverhogingen voor bestuurders van onder meer ING en Nationale Nederlanden en de uiteindelijke teruggedraaide verhoging bij ABN AMRO hebben aangetoond. Terwijl de medewerkers al jaren geen salarisverhoging hebben gehad, hun arbeidsvoorwaarden zijn versoberd en door reorganisaties duizenden van hen hun baan verliezen.

Wat nodig is, is een normalisering van de gehele financiële sector: qua beloningen, houding, gedrag en cultuur. Dat impliceert grote veranderingen. De voorbeelden van torenhoge beloningen moeten tot het verleden behoren. Niet alleen vanwege de perverse prikkels, ook omdat het onverdedigbaar is vanuit maatschappelijk perspectief. En het impliceert eigen initiatief. Want uiteindelijk is het ook aan bankiers zelf om niet alleen dienstbaar te zijn aan zichzelf, maar aan de maatschappij.

Tegenstander – Marco Groot (colomnist FD en vijfentwintig jaar werkervaring in de financiële sector)
Bonus Malum? Bonus Bonum!

Ook in de financiële sector was een bonus ooit bedoeld als een extra beloning voor hard werk, goede ideeën, uitstekende resultaten en prestaties. In de jaren voor 2008 werd een bonus stilaan geen buitengewone beloning meer maar gewoon “gewoon”. Bonussen werden zelfs gegarandeerd om talent binnen te halen of als voor retentie van toppers. Omdat in die tijd de toppers met steeds hogere bonussen werden ingelocked, werd voor aanstormende talenten en het binnenhalen van subtoppers steeds meer betaald waardoor die echte absolute toppers weer meer kregen of eisten. En zo werden bonussen steeds verder opgedreven en uiteindelijk buitensporig. Dat was dom!! Waarom? Hoe gemotiveerd is iemand om nog beter te presteren als ie weet dat er een enorme gegarandeerde emmer geld aan het einde van het jaar klaar staat ongeacht de kwaliteit van zijn werk.

Inmiddels hebben politici het bonussysteem dus afgeschaft. Nog dommer!! Waarom? Een bonus is voor elk bedrijf een voorwaarde om duurzaam te blijven ontwikkelen en groeien. De beste ideeën, de meest betrokken medewerkers en winstgevende contracten en/of transacties verdienen een extra beloning. Ze zijn het gevolg van creativiteit, teamwork, inzicht en lef. Waarom zou daar geen extra beloning tegenover mogen staan? Je raadt het al, ik ben voor bonussen, zelfs buitengewoon hoge bonussen maar slechts als beloning voor buitengewone, duurzame prestaties.

Niet in een keer uitgekeerd maar over jaren gespreid, niet voor het nemen van risico maar voor inzicht en lef met een clawback mogelijkheid als er fouten zijn gemaakt, niet louter monetair maar ook in de vorm van carrière perspectief, opleidingen etc, niet alleen voor de toppers maar trapsgewijs, eerst voor het team en dan voor de beste medewerkers, niet alleen bekend voor de betaler en ontvanger maar zo eerlijk en duidelijk dat het overzicht van bonussen op het prikbord in de bedrijfskantine kan hangen.

De opportuniteit voor elk bedrijf is om middels de juiste bonusstructuur de beste mensen gemotiveerd te houden en talenten te binden om zo continuïteit en winstgevendheid te borgen.  Het risico van een verkeerde bonusstructuur is dat talent niet behouden kan worden, medewerkers slechts voor eigen portemonnee werken en managers vooral bezig zijn met managen van mensen, niet van de business. Het gevolg van het huidige bonusbeleid in Nederland is uitstroom van toptalent naar het buitenland, stimuleren van onze afschuwelijke zesjescultuur en verder afglijden naar de economische middenmoot.

Natuurlijk zijn niet vooral, maar ook in de financiële sector een aantal mensen buitensporig beloond. Echter het verketteren van een hele beroepsgroep is belachelijk en demotiverend, juist voor de sector die de mogelijkheid tot economisch herstel moet financieren. Om prestatiebeloningen vervolgens af te schaffen is meer dan naïef, geïnstigeerd door populisten, moraalfilosofen en afgunst. Het smoort creativiteit, risicobereidheid, talentontwikkeling en/of behoud van talent en kwaliteit. Gevolg is dat het zo velen is toegestaan risicoloos door te modderen, immers de upside is afgetopt tot het vaste salaris en de downside is door het ontslagrecht relatief beperkt.

Het meest schrijnende voorbeeld is SNS CEO Gerard van Olphen. Hij is door de politiek aangesteld om SNS te redden en verdient volgens Minister van Financieen Jeroen Dijsselbloem een “bescheiden” 2.5-3x de Balkenende norm. SNS heeft de maatschappij miljarden gekost. Als van Olphen echt lef had gehad was hij voor een Balkenende salaris aan de slag gegaan en had een exponentieel gestaffelde prestatiebeloning voorgesteld op basis van exponentiële reductie van het maatschappelijk miljardenverlies. Nope, hij krijgt een risicoloos buitengewoon vast salaris zonder bonus van de heren politici. Dom!

Ik ben VOOR buitengewone beloningen voor buitengewone prestaties. Eens? Ik ga de discussie graag aan en ben buigbaar, maar slechts op basis van overtuigende argumenten.

reacties