Duurzaam Beleggen – Een column van Tim Foesenek

Duurzaam beleggen lijkt de afgelopen jaren flink aan populariteit gewonnen te hebben. Veel particuliere investeerders vinden het belangrijk dat hun geld verantwoord gebruikt wordt en ook financiële instellingen ontkomen er niet aan om duurzaamheid op te nemen in een significant deel van hun portfolio. Maar wat wordt er nu precies bedoeld met duurzaam beleggen?

Wie het internet doorzoekt op “duurzaam investeren”, ziet dat de term duurzaamheid vooral terugslaat op het klimaat. Zo zijn er in Nederland volop fondsen die inzetten op het efficiënter maken van energiegebruik en het terugdringen van de uitstoot van CO2. Dat is best logisch, gezien de politieke aandacht op dit vlak de afgelopen jaren. Het concept duurzaam beleggen gaat echter verder terug dan dat. Al decennialang zijn er banken die duurzame spaarrekeningen en fondsen aanbieden, waarbij de focus vaak ook op ethiek ligt. Bekende voorbeelden zijn het weigeren van investeringen in de wapenindustrie, in kinderarbeid of in bedrijven die veel schadelijke stoffen lozen. Het rendement van verantwoorde investeringen is doorgaans iets lager dan gemiddeld. Het idee van duurzaam beleggen lijkt dus dat je iets van je winst opgeeft voor een betere toekomst voor de wereld als geheel.

Maar is dat lage rendement wel de rekening van welwillendheid, of is het het resultaat van een beleggingsstrategie met een lager risico? In het laatste geval zou duurzaamheid ook terug kunnen slaan op de bestendigheid van je portfolio op lange termijn. De voorwaarde van beleggen is natuurlijk dat er wel de intentie is om geld te verdienen, anders kun je het net zo goed doneren noemen. Je ziet dan ook dat duurzaam beleggen in rap tempo populairder wordt nu zaken zoals groene energie rendabeler worden.

”Het idee van duurzaam beleggen lijkt dus dat je iets van je winst opgeeft voor een betere toekomst voor de wereld als geheel.”

Om het voorbeeld van kinderarbeid er nog even bij te pakken: de winstmarges in een kledingbedrijf waar kinderen werken zijn waarschijnlijk hoger dan een bedrijf met allerlei fair-trade keurmerken en dergelijke. Over het algemeen is er dus een hoger rendement, maar ik verwacht dat dit samen gaat met een hoger risico. Ik schat de kans groter in dat het eerste bedrijf gevaar loopt door veranderende regelgeving of imago schade dan het tweede. Daarmee heeft een niet-duurzame investering dus een hoger niet-systematisch risico. Daarnaast zijn duurzame bedrijven vaak transparanter en wekken ze daarmee vertrouwen bij de investeerder. Het zou daardoor kunnen dat er een verschil in beta is, plaats van het opgeven van alpha zoals de term duurzaam beleggen vaak impliceert.

Tegenwoordig zie je de term “Impact Investing” meer opkomen. Hierbij is het de filosofie om met een investering echt een bepaald doel te bereiken. Zie dit als een soort actieve variant van duurzaam beleggen, zo zou je met deze strategie bijvoorbeeld juist wel een positie kunnen nemen in een schadelijk bedrijf, om vervolgens met het stemrecht daadwerkelijk een verschil te maken. Immers, je kunt weigeren in zo’n bedrijf te investeren, maar de kans is groot dat een ander het dan alsnog doet, waardoor je duurzame portfolio niet echt impact heeft.

Ik vind zelf duurzaamheid van groot belang en ik ben er dan ook enthousiast over dat de financiële wereld haar steentje bijdraagt aan een betere toekomst. En of het nu echt door goodwill komt of het gewoon een veilige beleggingsstrategie is, vind ik lastig in te schatten. Laten we uitgaan van een combinatie van die twee. Het is in ieder geval goed om te zien dat er geld valt te verdienen op een eerlijke manier.

Dit artikel is niet bedoeld als een advies of betoog, maar slechts als stof om over na te denken.

reacties