Accountantsroulatie is niet de ‘heilige graal’

Column door Bart Dierycnk

Accountantsroulatie is het onderwerp van een verhit debat onder professionals, regulerende instanties en academici. Veel landen, waaronder Nederland, eisen accountantsroulatie met een maximum termijn van 4 tot 20 jaar. Eén van de belangrijkste redenen om accountantsroulatie verplicht te stellen is omdat accountants nauwe relaties opbouwen met klanten, met name als de termijn toeneemt. Dit bedreigt echter de onafhankelijkheid van de accountant. Hoewel academisch bewijs over het effect van de termijn op de onafhankelijkheid van de accountant niet eensgezind is, hebben regulerende instanties een sterke overtuiging dat zij de onafhankelijkheid van accountants kunnen ‘controleren’ door middel van het verplicht stellen van accountantsroulatie.

Zoals vaak het geval is als het gaat om de regulering van de accountancysector, hebben de regulerende instanties het fout! Denken dat de onafhankelijkheid van accountants kan worden beïnvloed door het verplicht stellen van accountantsroulatie laat vooral zien dat het de regulerende instanties aan kennis ontbreekt over hoe mensen denken en hoe ze zich gedragen. Nauwe klantrelaties ontwikkelen zich snel als gevolg van frequente interacties met de klant. Al na een paar maanden heeft de accountant een relatie ontwikkeld die zo nauw is dat het de onafhankelijkheid van de accountant bedreigt. Dus, om ervoor te zorgen dat accountantsroulatie een effectieve manier is om de onafhankelijkheid van accountants te herstellen, moet er na een korte tijdsperiode gerouleerd worden. Het is algemeen bekend dat jaarlijkse roulatie niet de beste oplossing is. Het verkorten van de termijn naar 4, 8, 10 of 20 jaar zal naar alle waarschijnlijkheid de onafhankelijkheid van accountants niet verbeteren.

Snelle identificatie met de cliënt
De snelle identificatie met de cliënt is geen fenomeen waar alleen accountants mee te maken hebben. Het is een goed onderbouwde bevinding binnen de psychologie dat mensen zich snel identificeren met een bepaalde groep. Onderzoeken laten bijvoorbeeld zien dat deelnemers die elkaar niet kennen zich sneller identificeren met een andere deelnemer die een T-shirt van dezelfde kleur draagt, dan met deelnemers die een T-shirt van een andere kleur dragen. Zo’n sterke en snelle identificatie is gebruikt om de samenwerking tussen mensen, discriminatie, criminele activiteiten, inzet (of het gebrek daaraan) van werknemers voor hun bedrijf en tal van andere economische uitkomsten te verklaren. Een andere indicatie die het belang van identificatie om het menselijk gedrag te verklaren benadrukt, is het verhaal van de voormalige Nobelprijswinnaar George Akerlof, die de laatste 15 jaar van zijn carrière besteedde aan het integreren van identificatie in economische modellen. Zijn modellen kunnen menselijk gedrag verklaren dat niet verklaard kan worden door traditionele economische modellen. Het trieste maar ware verhaal is dus dat de regelgevende instanties één van de meest gevestigde bevindingen in de psychologie en economie van de laatste 50 jaar hebben verwaarloosd.

Recent onderzoek heeft uitgezocht hoe de onafhankelijkheid van accountants kan worden hersteld in een situatie die wordt gekenmerkt door nauwe klantrelaties. Tim Bauer van de University of Illinois in Urbana-Champaign concludeerde dat het negatieve effect van een nauwe klantrelatie op de onafhankelijkheid van accountants vermindert als de nadruk wordt gelegd op de professionele identiteit van de accountant. In zijn experiment bewerkstelligt Bauer een hogere professionele identiteit door de deelnemers, die professioneel accountant zijn bij één van de Big 4 accountskantoren en 3 tot 13 jaar ervaring hebben, te vragen om een mindmap te maken over de ‘waarden, kenmerken en kwaliteiten van het accountantsberoep’. Zo’n mindmap kan ook worden gebruikt bij een jaarlijkse controle. De theorie achter de resultaten is dat een verhoging van de professionele identiteit kan leiden tot een identiteitsconflict dat de accountants onbewuste fout de klant te bevoordelen kan beperken. In mijn eigen onderzoek met Eddy Cardinaels (Tilburg University & KU Leuven) en Xinyu Zhang (University of Texas in Austin) ging ik nog een stap verder en onderzocht ik hoe mensen omgaan met identiteitsconflicten wanneer zij een monetaire stimulans hebben om zich in lijn met één van de twee identiteiten te gedragen. Een dergelijke situatie lijkt op die in de accountancy omdat accountants meestal een monetaire stimulans hebben om klantvoorkeuren voorrang te geven. Net als in de studie van Tim Bauer concludeerden we dat het identiteitsconflict ertoe leidt dat mensen een meer evenwichtige beslissing nemen. Het effect dat Bauer vaststelt is in onze setting echter alleen waar voor mensen die kunnen worden gekenmerkt als ‘prosocials’. Voor mensen die alleen maar geven om hun eigen monetaire uitkomsten, zij die worden gekenmerkt als ‘proselfs’, leidt een identiteitsconflict niet tot een meer evenwichtige beslissing.

Enkele suggesties voor de regulerende instanties
Op basis van recent onderzoek kunnen we twee suggesties geven die waarschijnlijk veel meer succes zullen hebben in het verhogen van de onafhankelijkheid van accountants dan het verplichten van accountantsrotatie. De eerste suggestie is dat de professionele identiteit van accountants moet worden benadrukt wanneer zij belangrijke beslissingen moeten nemen. De tweede suggestie is dat accountskantoren veel voorzichtiger moeten zijn in het aannemen van mensen die vooral geïnteresseerd zijn in het verdienen van (veel) geld via het accountantsberoep. Omdat zulke mensen minder gevoelig zijn voor pogingen om de professionele identiteit te verhogen. En… mijn algemene suggestie voor de regulerende instanties is dat zij zich op zijn minst bewust moeten zijn van de gedragsonderzoeken in de accountancy voordat er nieuwe regels geïmplementeerd worden!

reacties