Interview met Roger Dassen – CFO van ASML

For the English version, click here

Roger Dassen is geboren en getogen in Kerkrade, Zuid-Limburg. In 1988 rondde hij zijn opleiding Bedrijfseconomie af in Maastricht en is daarna bij Deloitte terechtgekomen. Hier heeft hij 30 jaar gewerkt, om uiteindelijk CEO van Deloitte Nederland en vice voorzitter van Deloitte Global te worden. Roger is getrouwd met Petra Dassen (burgemeester van Kerkrade) en samen hebben zij twee kinderen en twee honden. Na jaren de wereld over gereisd te hebben voor Deloitte, en gewoond te hebben in Los Angeles en New York, heeft hij de Accountancy achter zich gelaten en heeft hij in 2018 de rol van CFO bij ASML op zich genomen. 

Je hebt een aantal jaren in het buitenland gewoond en gewerkt. Ben je geconfronteerd met grote verschillen tussen Nederland en het buitenland?

Ik kan heel makkelijk aarden, waar ik ook zit. Ik voelde me in New York thuis toen ik daar zeven jaar heb gewoond, maar ik voelde me ook heel erg thuis in het westen van het land en in Limburg. Er zijn absoluut verschillen, daar is geen twijfel over mogelijk. Wat ik erg belangrijk vind, is beseffen dat er geen kwalitatieve verschillen zijn. Het leven in New York is niet beter dan in Kerkrade, het is gewoon anders. 

In New York heb ik bijvoorbeeld enorm genoten van de culturele diversiteit van de stad en van de energie die er 24/7 heerst. In Los Angeles heb ik juist de creativiteit en de minder opgejaagde omgeving gewaardeerd. Iedere omgeving heeft zijn eigen charme en ik denk dat het een kunst is om die charme te herkennen, te accepteren en er maximaal van te genieten. Ik vond het mooi om in zo veel verschillende omgevingen geopereerd te hebben, maar het is absoluut niet zo dat ik nu terugga naar Kerkrade en denk: ‘hoe kan iemand die gelukkig was in New York, nu gelukkig worden in Kerkrade?’.

Wonen en werken in het buitenland heeft absoluut zijn voordelen. Vooral Het erkennen van verschillen in culturen en erkennen dat verschillende omgevingen allemaal met hun eigen voor- en nadelen komen, vind ik wel heel erg belangrijk. Ik zou ook iedereen adviseren om vrij vroeg in je carrière een exchange of iets dergelijks te doen, want het is een verrijking om in een andere omgeving te werken. 

Waarom heb je gekozen voor een carrière als Registeraccountant?

Ik wilde eigenlijk altijd klassieke talen studeren, want ik vond Latijn en Grieks helemaal geweldig. Volgens mijn docente was er echter geen droog brood meer mee te verdienen. Het gymnasium werd in die tijd bijna afgeschaft in Nederland, dus de vraag is wat ik zou kunnen gaan doen als ik daadwerkelijk een studie Grieks en Latijn had afgemaakt. 

Mijn vader werkte destijds bij de Belastingdienst en die kwam thuis met een aantal folders over Accountancy, dus toen ben ik dat maar gaan doen. Ik vond het ook echt leuk om bedrijven te leren kennen in alle facetten, dat is namelijk het leuke aan accountancy. Je leert in korte tijd heel veel verschillende bedrijven kennen, en ook heel veel verschillende onderdelen van bedrijven. Die diversiteit binnen accountancy is ook een beetje de attractie van het beroep. Er zijn heel veel mensen die beginnen bij een accountantskantoor en na een paar jaar weer vertrekken om intern bij een bedrijf te gaan werken.

“Ik was ervan overtuigd dat dit het juiste was om te doen, ik kon die handtekening gewoonweg niet zetten.”

Het niet goedkeuren van de jaarrekening van Ahold is een bekend gegeven uit je carrière en de nasleep was groot. Hoe heb je deze periode ervaren?

Ik was ervan overtuigd dat dit het juiste was om te doen, ik kon die handtekening gewoonweg niet zetten. Daar waren wij het als Deloitte-team snel over eens. Ik kan je wel vertellen dat het een heftige periode was. Het was emotioneel zwaar, het tijdsbeslag was ook gigantisch. Ik werkte in die periode regelmatig 16-20 uur per dag. Ik was niet alleen natuurlijk. Er was een heel team betrokken bij deze zaak en het hele team wilde de onderste steen boven laten komen.

Weet wel, als je zoiets doet, dat het je hele leven lang blijft achtervolgen. In 2002 is dit feestje begonnen en ik heb de laatste rechtszaak tegen mij persoonlijk gewonnen op mijn 51e verjaardag, op 22 september 2016, en daarmee was voor mij na 14 jaar het boek dicht. Best bizar dat je je moet verdedigen in een zaak waarin je zeker weet de juiste beslissing te hebben genomen. Zwaar en belastend die hele periode, maar ook ongelooflijk leerzaam. 

Waarom heb je Deloitte verlaten, na de top bereikt te hebben? En hoe ben je bij ASML terechtgekomen?

De trigger hiervoor was eigenlijk dat ik zelden thuis was. Mijn vrouw was burgemeester in noord Limburg, maar ik had nog een appartement in New York. In de weekenden was ik thuis. Bijna iedere week had ik wel een intercontinentale vlucht. Er komt dan een moment waarop je je moet afvragen of je de rol die je in je gezin hebt nog wel goed vervult. Dat heeft mij er uiteindelijk toe gebracht om weg te gaan bij Deloitte. Ik had het daar waanzinnig naar mijn zin, maar de inbreuk op mijn privéleven werd te groot.

Toen klopte, wat mij betreft, het mooiste bedrijf van Nederland op de deur en was het snel gepiept. ASML is een prachtig bedrijf en het haalt je ook weer compleet uit je comfort zone. Daar waar ik bij Deloitte zo’n beetje ieder muizenhol en ieder onderdeel van het bedrijf kende, moest ik bij ASML weer op nul beginnen. Je kent bijna niemand, je kent de cultuur, de techniek, de klanten en het bedrijf niet en ik kan je vertellen dat die steile leercurve stiekem ook weer een cadeautje is. Ik ben ook wel heel erg nieuwsgierig en als je dan zo uit je comfort zone wordt gerukt, dan is dat  prachtig. 

Heb je de ambitie om uiteindelijk Peter Wennink op te volgen als CEO, mocht de mogelijkheid zich voordoen?

Het belangrijkste carrièreadvies dat ik kan geven is: doe nooit aan carrièreplanning. Wat ik hier met name mee bedoel is dat je nooit een job moet pakken met de gedachte dat je dan ideaal gepositioneerd bent voor de volgende job. Dat is namelijk een kolossale vergissing. Ik ben zelf altijd voor jobs gegaan die min of meer op mijn pad kwamen, vooral omdat ik mijn bestaande rol met passie en overtuiging deed en daarom wellicht opviel. 

Ik heb deze rol niet gepakt met de gedachte om CEO te worden. zo moet je helemaal niet in de wedstrijd zitten. Wat ik nu doe, vind ik echt een wereldbaan. Ik heb het echt ontzettend naar mijn zin en wat hierna komt zien we dan wel.

“Het gaat dus niet alleen maar om het belang van de aandeelhouders, maar als ik kijk naar ASML, zijn dat ook onze onze klanten, leveranciers, medewerkers, overheden en ‘society at large’.”

Op welke manier verwacht je dat het vak van de CFO gaat veranderen in de toekomst?

Ik denk dat je zult zien dat de financiële baas in toenemende mate iemand gaat worden die moet gaan kijken naar de verschillende belangen van de stakeholders. Het gaat dus niet alleen maar om het belang van de aandeelhouders, maar als ik kijk naar ASML, zijn dat ook onze onze klanten, leveranciers, medewerkers, overheden en ‘society at large’. Het kennen van de belangen van al deze partijen is een hele belangrijke rol van de CFO naar buiten toe. 

Naar binnen toe denk ik dat je zult zien dat de CFO in toenemende mate dichter bij de business moet staan. Het is vervolgens belangrijk om te kijken naar alle ondersteunende functies in een bedrijf, zoals Finance, IT, HR en noem maar op. Je moet al die werelden bij elkaar brengen en voorkomen dat er losse eilandjes ontstaan bij de support functies. 

Waarmee kan de huidige student zich het beste onderscheiden van de massa? 

Als student moet je je om te beginnen verdiepen in het bedrijf waarvoor je wil gaan werken. Het is essentieel dat mensen de business echt begrijpen. Intrinsieke motivatie vind ik erg belangrijk. Je moet dit uitstralen. 

Ik vind ook dat je uniek en excellent moet zijn op een bepaald gebied, dit kan van alles zijn. Je moet iets hebben waarvan je kunt zeggen: dat is echt een asset. Je kunt op inhoud excelleren, wat tot uitdrukking komt in de cijferlijst en de manier waarop je over een vak praat. Ik vind echter ook dat je kunt excelleren op extra-curriculaire activiteiten. Excellentie kan ook een focus zijn. Het kan dus ook dat je op andere vlakken minder presteert. Dat heb ik zelfs liever dan iemand die overal ‘middle of the road’ prestaties levert. Uiteraard is het belangrijk dat je jezelf breed kunt ontwikkelen, maar je moet kunnen bewijzen dat je op bepaalde gebieden kunt focussen en excelleren. Als je die uniciteit kunt ontwikkelen, dan kun je jezelf profileren als iemand die iets extra’s doet. Dat alleen al, maakt je aantrekkelijk voor een werkgever.

reacties