COVID-19: De impact op verschillende sectoren

For the English version, click here

Eind maart bood de redactie van Faces Online een reconstructie van de gebeurtenissen rond het corona virus. De lockdown maatregelen worden langzaamaan versoepeld, maar de gevolgen van de corona crisis zullen nog lang voelbaar zijn in de samenleving. Het CPB en de DNB voorspelde begin juni dat een diepe recessie onontkoombaar is. Zo zal de economie dit jaar krimpen met naar verwachting 6,4 procent, dubbel zoveel als de kredietcrisis in 2009 en een historisch dieptepunt. 

Dat de huidige 1.5 meter samenleving de horeca aantast is een uitgemaakte zaak, maar hoe zit dit met andere bedrijfssectoren? In dit artikel analyseren we onder andere de Accountancy en Financiële sectoren, maar reflecteren we ook op de status bij (grote) Nederlandse ondernemingen.

“Een belangrijk verschil met de vorige grote crisis is dat de oorzaak nu buiten de financiële sector ligt en de buffers bij banken aanzienlijk hoger zijn dan toen.”

De Financiële sector (banken en pensioenfondsen)

Het bankwezen staat in deze crisis centraal als hulpverlener voor elke sector. Met overbruggingskredieten en uitstel van aflossing en rente probeert het bedrijven en consumenten door de corona crisis te helpen. Een belangrijk verschil met de vorige grote crisis is dat de oorzaak nu buiten de financiële sector ligt en de buffers bij banken aanzienlijk hoger zijn dan toen. Dit neemt niet weg dat banken voorzichtiger worden met het uitgeven van kredieten en de acceptatiecriteria zijn in het tweede kwartaal dan ook aangescherpt. Deze aanscherpingen moeten de bancaire instanties beschermen tegen oninbare leningen, die ten koste gaan van de winstgevendheid, die al onder druk stond door de lage rentestand. De Nederlandsche Bank verwacht dat de bankensector in het milde scenario zelf niet in de problemen raakt. Alleen in het zware scenario, zullen banken geraakt worden door een scherpe recessie, maar kunnen ze nog steeds hun rol als financiële intermediairs blijven vervullen. 

Ook de pensioenfondsen worden hard geraakt door de corona crisis. Koersdaling van hun beleggingen zorgde ervoor dat de al kwetsbare vermogenspositie van pensioenfondsen de afgelopen maanden verder verslechterde. De beleidsdekkingsgraad, de graadmeter voor de actuele financiële positie van pensioenfondsen gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde naar 98 procent. Dit betekent dat het onder het tijdelijke wettelijk vereiste minimum ligt van 100 procent. Pensioenfondsen hebben dus niet voldoende vermogen om de verplichte uitkeringen na te komen die ze met deelnemers zijn aangegaan. Dit kan opgevangen worden door ofwel de premies te verhogen, ofwel de pensioenuitkeringen te verlagen.  Gelukkig lijkt het niet zo ver te komen, aangezien er een nieuw pensioenakkoord nadert. In dit pensioenakkoord zullen de dekkingsgraad en rekenrente verdwijnen. Er worden dus geen beloften meer gemaakt voor toekomstige uitkeringen, waardoor er geen tekorten meer kunnen ontstaan. 

Grote Nederlandse ondernemingen 

Het coronavirus heeft ook grote impact op multinationals van Nederlandse bodem. Een voorbeeld hiervan is oliegigant Shell. De combinatie van kelderende olieprijzen en de afname in brandstofverbruik door het coronavirus, leidde tot een omzetdaling van maar liefst 28% in het eerste kwartaal. In datzelfde kwartaal halveerde de winst van Shell, wat het bedrijf noodzaakte om de dividend uitgave te verlagen, voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog(!). De daling van de dividend uitgave is een slecht teken voor Shell, aangezien de liquiditeit nog redelijk goed lag. Het weerspiegelt dus een tamelijk negatief beeld vanuit Shell voor de toekomst van het bedrijf.

Een multinational van eigen bodem waar de corona crisis een positief aspect leek te hebben was Unilever. Unilever bevat namelijk het ideale product portfolio, met de verkoop van voedingsmiddelen, persoonlijke verzorging en schoonmaakartikelen. Door het massale hamsteren in de eerste weken van de crisis, zou je verwachten dat het was- en levensmiddelenconcern een goede slag zou hebben geslagen. Dit bleek echter niet het geval te zijn, want de omzet van Q1 lag ongeveer gelijk aan de omzet in het voorgaande jaar, bleek uit de tussentijdse omzetcijfers. De achterliggende reden is het feit dat Unilever een omzetdaling zag plaatsvinden doordat de verkopen aan horecaleveranciers stagneerde, terwijl het concern hier een hogere marge aan over houdt. 

Een laatste grootheid onder de Nederlandse ondernemingen die behandeld wordt is chipmachinefabrikant ASML. Het coronavirus had een flinke impact op de financiële cijfers die het bedrijf kenbaar maakte. De omzet in Q1 daalde met zo’n 1.6 miljard ten opzichte van het laatste kwartaal van 2019. Dit werd met name veroorzaakt doordat leveringen van chipmachines uitgesteld werden. Ook speelde de angst dat transporten later niet meer mogelijk zouden zijn hierbij een rol voor de klanten.

De Accountancy sector

De Accountancy sector lijkt één van de sectoren die redelijk opgewassen is tegen de impact van COVID-19. Toch hebben enkele van de grootste accountantskantoren zich voorbereid op het inhouden van partner-uitbetalingen om te proberen de financiële gevolgen van de pandemie te beperken. Het is slechts één maatregel die is voorgenomen onder de ‘Big Four’ accountantskantoren – KPMG, Deloitte, PwC en EY – en middelgrote kantoren BDO en Mazars, om contant geld in te houden als de honoraria van cliënten wegvallen. Verder kijken Top Accountantskantoren naar de mogelijkheden rond een tijdelijk uitstel van de regels en wetgeving. Hieronder valt de verplichte roulatie van accountantskantoren, het tellen van fysieke voorraden en het indienen van rekeningen, met het argument dat de uitbraak van het coronavirus ‘ongekende uitdagingen’ heeft gecreëerd. Wel lijkt het dat de meeste kantoren gezonder zijn wat betreft liquiditeit in vergelijking met voorgaande jaren en decennia, met name door enkele grote desinvesteringen en contant geld besparingen. Tot slot lijkt deze sector eerder op lange termijn beïnvloed te gaan worden door de grote pandemische ontwikkelingen sinds het begin van 2020, waardoor de effecten voorlopig nog maar sporadisch zichtbaar zijn.

“Hierbij wordt het verlies van klanten en orders, cashflow tekorten en ICT-problemen het vaakst genoemd.”

Nederlandse MKB-bedrijven

Sinds de COVID-19 uitbraak is het Middel-Klein Bedrijf (MKB) breed uitgemeten in het nieuws geweest, gezien de relatief grote impact die wordt ervaren. Zo heeft MKB-Nederland een wereldwijde enquête over impact Corona onder Nederlandse bedrijven gehouden, waaruit blijkt dat tweederde van de ondervraagde bedrijven rekening houdt met een (zeer) grote impact op de financiële resultaten. Hierbij wordt het verlies van klanten en orders, cashflow tekorten en ICT-problemen het vaakst genoemd. In reactie daarop kwam de Nederlandse overheid met omvangrijke steunpakketten die Nederlandse bedrijven en zzp’ers door de corona crisis moeten helpen. Het doel hierbij is om ondernemers te hulp te schieten die soms tot wel 100 procent van hun omzet weg zien vallen. Daarnaast is het doel om zoveel mogelijk banen te behouden. Een veelbesproken, en soms bekritiseerde maatregel, is de ontslag boete, die inhoudt dat de ontvangen subsidie (plus een boete) moet worden terugbetaald, zodra een werkgever twintig of meer mensen ontslaat zonder overleg met de vakbonden of ondernemingsraad. Hoewel in april het aantal faillissementen gemiddeld genomen nog toenam, blijkt uit cijfers van het CBS dat er in mei 73 bedrijven minder failliet zijn verklaard dan in april. Voorlopig vertaald de zeer grote impact op de financiële resultaten bij Nederlandse MKB-bedrijven zich nog niet in een duidelijke negatieve trend.

reacties