Pensioen: Hoe het echt zit, weten we niet meer

door Willem Reijn

Even opgezocht: wie voor tien jaar geld uitleent aan de Nederlandse staat, krijgt een vergoeding van 0,28 procent. Wie zeven jaar lang aan Dijsselbloem geld uitleent, moet zelfs bijbetalen: 0,06 procent per jaar. En de hypotheekrente (tien jaar) is vandaag voor het eerst in de geschiedenis onder de 2 procent gekomen.

Op de dag dat ik dit artikel schrijf, 24 februari 2016, is er nog meer nieuws. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat ons nationaal vermogen is gegroeid. Vooral als gevolg van de pensioenpotten (fondsen plus verzekeraars), die in de periode 2008-2015 bijna zijn verdrievoudigd: van € 615 miljard naar € 1700 miljard.

De crisis
Het nieuws van de afgelopen week: vier van de vijf grote pensioenfondsen dreigen volgend jaar te moeten korten op de pensioenen. Dat betekent dat gepensioneerden minder geld in hun portemonnee krijgen. Probeer het maar eens uit te leggen. De pensioenpotten stromen over, maar gepensioneerden moeten inleveren.

Inleveren hebben ze de hele crisis al moeten doen, want indexatie is al die tijd uitgebleven. Sinds het uitbreken van de crisis is hun pensioen door niet gecompenseerde inflatie tot vijftien procent minder waard geworden. Bij de grote metaalfondsen PME en PMT kwam daar nog eens een korting van zeven procent bovenop. Dat levert een achterstand van een slordige twintig procent op. Er gaat voor deze gepensioneerden inmiddels een week te veel in de maand. Natuurlijk geldt voor werknemers dat ook hun opbouw in reële zin is verlaagd. Zij betalen de rekening later.

Ondertussen eindigt Nederland steevast op het erepodium van de beste pensioenfondsen ter wereld. Tegelijkertijd roepen politiek, jongerenorganisaties en wetenschappers dat ons systeem snel dient te veranderen.

De rol van de rente
Het zijn staccato de problemen waarmee de pensioenwereld kampt. Alles begint en eindigt met de rente. In ons systeem moeten we alle verplichtingen omrekenen tegen marktrente (en boven de 20 jaar de UFR, een stelsel van rekenrentes). En die marktrente blijkt niet meer te bestaan, sinds topman Draghi van de Europese Centrale Bank zijn monetaire verruimingspolitiek heeft ingezet.

Zo kan het dat aan de ene kant van de balans de pensioenfondsen zwemmen in het geld – maar aan de andere zijde de verplichtingen tot volstrekt irreële hoogten zijn opgelopen. Het gevolg: het pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft in de crisis zijn vermogen zien verdubbelen, maar staat op een dekkingsgraad van 90 procent. De dekkingsgraad is de thermometer voor de gezondheid van pensioenfondsen en is heilig in het financiële toetsingskader van de overheid. Jammer alleen dat deze thermometer kapot is.

Het rare is: ook de vermogenstoename is – deels – te danken aan Draghi. Fondsen beleggen in obligaties, die door de rentedaling snel in waarde zijn gestegen. In hoeverre de aandelenbeurzen hun waardestijging aan de rente te danken hebben, is niet helemaal zeker. Maar de koersen zijn zeker opgelopen.

Een apart wereldje
Hoe het echt zit met de pensioenfondsen, weten we niet meer. Als de rente oploopt, nemen de bezittingen af, maar dalen de verplichtingen twee keer zo snel. Kortom: er is minder geld, maar de dekkingsgraad stijgt! Welkom in de wondere wereld van de pensioenen. We leven in een volstrekte virtuele, abstracte wereld, die weinig met de realiteit te maken lijkt te hebben.

Behalve dan voor de gepensioneerden. Die hebben de afgelopen jaren steeds ingeleverd, kunnen de komende tien jaar alleen maar een verdere vermindering van hun koopkracht tegemoet zien, want ook als het beter gaat mogen fondsen niet indexeren. En krijgen dan eventueel dus nog kortingen voor de broek.

Dat lijkt me niet reëel. Ik pleit ervoor niets te doen totdat Draghi een jaar klaar is met het manipuleren van de marktrente. Pas dan weten we hoe de pensioenwereld erbij staat. Ouderen begrijpen best dat we een crisis achter de rug hebben. Maar als staatssecretaris Jetta Klijnsma het vertrouwen in het pensioenstelsel wil herstellen, zullen kortingen juist korte metten maken met dat vertrouwen. Want dit is niet meer uit te leggen.

Willem Reijn is beleidsadviseur pensioenen van seniorenorganisatie ANBO

reacties