Campus life: Cijfers als toelatingseis voor je Master?

In ‘campus life’ leggen we vier studenten een interessante en belangrijke kwestie voor. Deze keer hebben we vier studenten gevraagd naar hun mening over een onderwijssysteem waarin de overgang van een bachelor naar een master programma gebaseerd is op prestaties, waarbij de cijfers op je bachelorsdiploma bepalen of je toelaatbaar bent voor een master.

Hoang L. Nguyen, MSc. Finance (20 jaar), Vietnamees
Ja, ik ben van mening dat er een prestatie gerelateerd systeem geïmplementeerd moet worden. Ik denk dat een minimum gemiddelde van de behaalde cijfers ervoor kan zorgen dat een student de werklast van een master aan kan. Deze is namelijk erg zwaar. Veel mensen zeggen dat je met cijfers niet iemands ware potentieel weergeeft. Ik ben van mening dat cijfers niet alleen potentie reflecteren, maar ook de houding en vaardigheden om tijd in te delen, en het vermogen om een balans te vinden tussen studeren en andere activiteiten. Als de examencommissie studenten selecteert die niet bekwaam genoeg zijn, is dit niet alleen een verspilling voor hen, maar ook voor hun familie, de universiteit en de maatschappij. Daarnaast is het voor internationale studenten meestal verplicht een GMAT af te leggen. Voor deze test moet ongeveer drie maanden gestudeerd worden. Voor een Nederlandse student is dit niet nodig. Ik vind het daarom geen probleem als zij een bepaalde kwalificatie moeten doorlopen om aan een master programma te mogen beginnen.

Tessa Teuwen, MSc. Supply Chain Management en MSc. Finance (26 jaar), Nederlands
Als universiteiten voor hun masteropleidingen hun studenten selecteren is dit niet per se slecht, echter als zij hun studenten uitsluitend selecteren op basis van cijfers is dit wel zo. Persoonlijk geloof ik dat studenten méér zijn dan de cijfers die zij hebben gehaald. Ervaringen die zijn opgedaan in het buitenland, tijdens een bestuursjaar of door het doen van extra vakken kunnen niet uitgedrukt worden in cijfers. Echter doe je hiermee praktische vaardigheden op en hierdoor kan je je op persoonlijk vlak veel ontwikkelen. Als universiteiten hun studenten gaan selecteren op basis van cijfers verschuift de aandacht van deze ervaringen naar cijfers. Hierdoor ontstaan studenten die een 7 gemiddeld halen, maar die niet hebben geprofiteerd van dit soort ervaringen. Persoonlijk geloof ik dat deze ervaringen meer waard zijn dan een 6,5 gemiddeld of een 7. Als masterstudies hun studenten willen selecteren zouden ze niet alleen rekening moeten houden met cijfers.

Chanisa Sayatanan, MSc. Economics (22 jaar), Thais
Ik denk dat het goed is voor Nederlandse studenten of internationale studenten die een opleiding aan een Nederlandse universiteit volgen dat de toelating niet gebeurt op basis van cijfers. Nederlandse universiteiten hanteren bepaalde standaarden(/normen) en als iemand die al een Nederlandse bachelorsdiploma heeft gehaald zich aanmeldt voor een masteropleiding, dan zou dat die persoon voldoende bekwaam moeten maken om verder te studeren. Maar voor internationale studenten aan de andere kant, zou het passend zijn om een bepaald gemiddelde te vereisen. Andere landen hebben verschillende standaarden en daarom zouden cijfers de makkelijkste manier zijn om aan te tonen dat je bekwaam genoeg bent voor een master in Nederland. Echter, ik denk niet dat cijfers de enige maatstaven moeten zijn om de kwaliteiten van de kandidaten te meten, maar het zou één van de criteria moeten zijn. Zelf kom ik van een partneruniversiteit en dit maakte mijn aanmelding gemakkelijker. De partneruniversiteit moet een bepaalde kwaliteit van de opleidingen te garanderen wat naar mijn mening een groot voordeel is voor buitenlandse studenten.

Jordy van den Bogaert, MSc. Recht en MSc Belastingrecht (25 jaar), Nederlands
Ik denk dat het geen goed idee is. De bachelor die je hebt gedaan kwalificeert je voor de master. Zo werkt het in het Nederlandse onderwijssysteem. Als je niet tot de master toegelaten wordt vanwege te lage cijfers zou dit betekenen dat de bachelor niet aansluit op de master. Het doel van de bachelor is juist om te fungeren als een eerste vereiste. Tijdens een bachelor heb je meer algemene vakken, zeer beperkt tot wat je kunt kiezen. In de master ga je specialiseren en kies je vakken in de richting van je toekomstige werk. Dus de master is een extra level en gaat dieper in op de stof. Ik ben van mening dat een 6 voldoende is en dat dit aantoont dat je goed genoeg bent voor de master. Waarom zou een voldoende anders genoeg zijn? Met betrekking tot de internationale studenten denk ik dat GMAT en standaard testen iedereen gelijk maken omdat bachelors over de hele wereld sterk verschillen. Het werkt als een criterium voor hen. Wij hebben het echter niet nodig omdat voor Nederlandse studenten de bachelor als een criterium fungeert voor de toelating tot de master.

reacties