Van student Geschiedenis tot IASB voorzitter I

Kunt u iets over uzelf, uw studie en uw carrière vertellen?
Ik heb een bijzondere loopbaan gehad. Ik ben begonnen als Geschiedenis student in Amsterdam (1974) en heb binnen zeven jaar mijn doctoraal gehaald. Ik was bang dat ik met geschiedenis beperkt was in mijn beroepskeuze en daarom ben ik internationale betrekkingen gaan studeren aan de Johns Hopkins University (VS). Ik heb voornamelijk internationale economie gestuurd en voel me econoom, maar dan zonder titel. Ik heb economie gestudeerd zonder de wiskunde. Één dag voordat ik terug zou gaan naar Nederland heb ik daar een baan aangeboden gekregen en toen heb ik vier jaar bij een lokale bank in Washington DC gewerkt. Dit vond ik eigenlijk een hele saaie baan. Het commerciële werk ligt mij niet, ik ben meer geïnteresseerd in de publieke zaak. Vervolgens heb ik in Den Haag bij het ministerie van financiën op de afdeling internationale en monetaire zaken gewerkt, net voor de monetaire unie. Hier gebeurde dus niet zoveel en begon ik me na anderhalf jaar weer te vervelen. Bij de VVD kwam een positie vrij als medewerker van de tweede kamer. Net nadat ik de keuze had gemaakt hier naartoe te gaan, begon de Europese monetaire unie serieus te worden. Ik ben bij de VVD vooral adviseur en speech schrijver van Frits Bolkestein geweest. Van het één kwam het ander, en ik werd Kamerlid. Als Kamerlid heb ik me vooral bezig gehouden met de toetreding van Nederland tot de Europese Monetaire Unie. Daarna ben ik staatsecretaris van sociale zaken geweest, kort minister van Financiën en, als laatste in mijn politieke carrière, minister van Volksgezondheid. Hier heb ik de zorgverzekering vernieuwd tot de zorgverzekering zoals jullie die nu kennen. Toen vond ik het wel voldoende geweest in de politiek en ben ik bij de AFM terecht gekomen. Hier kwam ik weer in contact met accountancy, dat ik in mijn tijd in Amerika slechts rudimentair gezien had. Ik was bij de AFM erg internationaal actief en zo “in the picture” geraakt als voorzitter van de IASB. Als voormalig Geschiedenis student had ik dit nooit kunnen vermoeden.

Hoe heeft u uw tijd in de Tweede Kamer en als voorzitter van de AFM ervaren?
De politiek was een geweldige tijd. Je bent altijd met erg belangrijke dingen bezig, zoals een zorgverzekering. Dat gaat alle Nederlanders aan en is belangrijk voor de inrichting van de gezondheidszorg. Het zijn ingewikkelde problemen met economische, politieke en inkomensverdelingsaspecten. Je moet alles in het oog houden, de details tegen elkaar afwegen en goed weten waar je strategisch naartoe wil. Anders raak je de weg kwijt. Dit zie je regelmatig gebeuren in de politiek. Een minister wordt dan een speelbal van de tweede kamer. Het zijn ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken, maar ik heb erg genoten van deze tijd. Ik hield niet zo van de politiek op zichzelf, maar meer van het regelen van belangrijke zaken. Een rode draad in mijn vreemde carrière is het dienen van de publieke zaak. Bij de AFM hield ik toezicht op de financiële wereld, waar ik net begon na het uitbreken van de financiële crisis in 2007. Dit maakte het een zeer interessante tijd. Eigenlijk heb ik nooit saai werk gehad, behalve in het begin.

Hoe ziet een werkdag er uit voor u?
Ik heb geen standaard werkdag. Doordat ik voorzitter van een internationale organisatie ben, reis ik veel, ongeveer één derde van mijn tijd. Iedere maand maak ik wel een intercontinentale reis en ook nog naar Europa. Als ik in London ben spreek ik met officials, ministeries, collega accountants, belangenorganisaties en bedrijven. Daarnaast lees ik een hoop om mijn bestuursvergaderingen voor te bereiden. Het lezen van papers is nog steeds ingewikkeld. Toen ik begon als voorzitter had ik meer dan de helft van de tijd geen idee waar mijn medebestuurders het over hadden, omdat het enorm technisch is. Inmiddels begrijp ik 80%, de overige zaken zijn vooral details die ik niet hoef te snappen. Het vereist een hoop studie die ik niet heb gehad, en ook niet meer kan inhalen. Bij mijn huidige functie komt ook politiek kijken. De accountancy is erg buigzaam en hangt af van economisch inzicht en beoordelingsvermogen.

Wat vindt u van uw werkomgeving in Londen in vergelijking met Nederland?
London is een grote en dynamische stad. Er wordt hier hard gewerkt en er is iets minder vakantie dan in Nederland. Ik werk in een internationale omgeving, dat is anders dan in een Nederlandse. We werken hier met 150 mensen van dertig verschillende landen en zijn een hechte organisatie. Dit maakt het leuk. We zitten hier wel wat dichter op elkaar omdat de kantoorruimtes duur zijn.

In Nederland zijn ze vrij direct. Heeft u de ervaring dat ze in Londen minder direct zijn?
Ja, dat klopt. Ik was in de politiek vaak ook vrij direct, maar dit werkt goed als je dit met verstand gebruikt. Nederlanders hebben de neiging om bot te zijn, dit moet je voorkomen. Britten daarentegen zijn voorzichtiger, maar het werkt goed samen.

reacties