Norway: powered by nature

Message from abroad: Sanne Verfurth

Aldus de slogan die in iedere reclame gericht op toerisme wordt gebruikt. En zodra je in Noorwegen aankomt, snap je direct waar de slogan op slaat. Het lijkt alsof het landschap na iedere bocht verandert, net zoals het weer. Het is altijd weer een verassing waar je uitkomt en hoeveel lagen kleding je aan moet trekken, maar het is fantastisch.

Ik heb er lang over gedaan om een exchange bestemming te kiezen. Veel studenten weten precies waar ze heen willen, maar mijn voorkeuren waren alles behalve specifiek (Canada, Portugal, Australië, Singapore en ga zo maar door). Na veel wikken en wegen koos ik voor BI Norwegian Business School in Oslo en hier heb ik nog geen enkel moment spijt van gehad.

Op de drukste dag in de geschiedenis van Schiphol Airport vertrok ik naar het Hoge Noorden. Wachten, wachten en nog eens wachten. De vertraging was langer dan de vluchtduur, mijn backpack kwam niet aan in Oslo en tot overmaat van ramp leek het er even op dat ik niet op tijd de sleutel van mijn kamer zou kunnen ophalen. Maar: eind goed, al goed.

Voor de colleges begonnen, was er eerst een introductieweek genaamd ‘Fadderullan’, te vergelijken met de TOP-week. Met je buddie-groep zou je een week lang de stad, de universiteit en natuurlijk het Noorse nachtleven gaan verkennen. Ik voelde me al snel geen toerist meer, ontmoette heel veel nieuwe mensen en raakte bekend in Oslo.

Oslo is een relatief kleine stad, met op ongeveer iedere straathoek wel een park. Tijdens de zomerperiode is dit dan ook ‘the place to be’, want bij een enkele zonnestraal stromen de Noren massaal naar deze parken om te hardlopen, te barbecueën of de krant te lezen.

Wat het uitgaan betreft: dit gaat er ietsje anders aan toe dan in Nederland. Zodra je je avondeten achter de kiezen hebt, haast je je naar de preparty die al om 19.00 uur begonnen is. En in Noorwegen draait het allemaal om de preparty.

‘’De Noorse Staat heeft een monopolie op het gebied van alcoholverkoop.’’

In de supermarkt kan je alleen bier kopen, voor andere drank moet je naar een zogenaamd ‘Vinmonopolet’. De prijzen, zowel in de supermarkt als in de club, zijn niet om over naar huis te schrijven.

Noorwegen is niet alleen duur op het gebied van alcohol, vrijwel alles is duur. De aanwezigheid van olie brengt namelijk ieder jaar miljarden kronen in de staatskas, waardoor Noorwegen een enorm welvarend land is. De olieopbrengsten zijn de laatste jaren wel gedaald, maar hier is in de economie nog weinig van te merken. Verder zijn zaken als kinderopvang en gezondheidszorg gratis, maar betaal je wel 15% belasting op eerste levensbehoeften. Daarbij komt dat het prijsniveau hoger ligt dan in Nederland, waardoor alles sowieso al iets duurder is.

Dit klinkt niet als een ideale situatie, maar dit wist ik al voor ik op exchange ging. En met een beetje extra sparen, de Erasmusbeurs en de OV-vergoeding kom je al een heel eind! Verder raak je snel gewend aan het prijsniveau en sta ik er nu niet meer van te kijken als ik 7 euro betaal voor een simpel broodje met kaas.

Maar, zoals Cruijff zou zeggen: ‘Elk nadeel hep zijn voordeel’. Huisvesting is hartstikke goed geregeld, de stad is van alle gemakken voorzien, er is geen afval op straat te bekennen, het OV wijkt nooit van het schema af en de natuur is werkelijk adembenemend. Een ander punt waar ik nog steeds van onder de indruk ben, is de veiligheid en de veiligheidsvoorschriften. Security is altijd in grote getalen aanwezig, zelfs bij de meest vreedzame evenementen. Veel Noren zeggen dat er een angst heerst voor aanslagen zoals die van Anders Breivik. Wat de reden ook is, onveilig is het in elk geval nergens in de stad.

Op de universiteit is uiteraard ook alles tot in de puntjes georganiseerd. BI Norwegian Business School is een private universiteit, gevestigd in een enorm groot gebouw met overal glas en voorzien van alle gemakken (sportschool, koffiebar, lunchgelegenheden, sauna, mediteerruimte). Ik volg 4 vakken: Financial Markets and Institutions, Financial Analysis and Valuation, International Economics en Supply Chain Management. Ik heb bewust vakken gekozen van verschillende departementen, om er achter te komen of ik inderdaad een master accounting wil doen of dat het toch iets anders gaat worden.

Voor zover mijn inschattingsvermogen betrouwbaar is, zitten er maximaal 60 studenten in een klas. Alle professoren zijn heel open en geven gewoon in een spijkerbroek les, dus de sfeer is informeel en relax.

Deze relaxte stijl zet zich voort in de stof. Mijn vakken zijn bedoeld voor derdejaarsstudenten, maar het niveau en het tempo liggen een stuk lager dan in Nederland. Bij ieder vak heb ik een deel van de stof al gehad: hartstikke fijn natuurlijk, maar het is soms wel een beetje saai.

Ik heb in ieder geval genoeg tijd voor sociale activiteiten en gelukkig worden die dan ook volop georganiseerd. De universiteit organiseert een keer per maand een diner voor exchange studenten en ESN organiseert activiteiten die variëren van filmavonden en kampvuren tot feestjes. Verder zijn er verschillende verenigingen die tripjes organiseren naar de hotspots van Scandinavië, maar tot nu toe heb ik al mijn tripjes nog zelf geregeld.

Ik ben een weekend in Stavanger geweest, heb de Pullpit Rock en de Trolltunga beklommen en de stad Bergen verkend. Momenteel bereid ik me voor op een week city-hoppen in Scandinavië en Rusland, maar daarna moet er toch echt even gestudeerd worden voor de tentamens…

Niet voor lang, want ik wil natuurlijk ook nog een poging wagen het Noorderlicht te zien.

En dan de Noorse cultuur: op het eerste gezicht lijken er veel overeenkomsten met de Nederlandse cultuur te zijn.

‘’Maar, als je dacht dat de Nederlandse cultuur individualistisch was, heb je het mis.’’

Noren zijn erg gesteld op hun vrijheid en individualiteit. Als je in het park gaat barbecueën, is het vanzelfsprekend dat iedereen zijn éigen vlees en brood meeneemt en ook tijdens preparty’s is het ieder voor zich. Ga ook nooit bij een bushalte naast een Noor op het bankje zitten: een 4-persoonsbankje is vol als er een persoon op zit! En de buschauffeur of de kassière een fijn weekend wensen, is ook een beetje raar.

Soms komt dit een beetje kil over, maar dit heeft gewoon met hun cultuur en opvoeding te maken. Veel Noorse jongeren proberen echter een beetje van dit imago af te komen en zich juist te mengen met andere culturen en meer open te zijn. Voor meer voorbeelden verwijs ik je graag door naar de Facebookpagina ‘I fucking love Norway’.

De Noorse taal lijkt op een mix van Nederlands, Engels en Duits. Noors lezen gaat me dan ook prima af, maar spreken is een ander verhaal. Vanwege mijn redelijk Noorse uiterlijk, word ik meestal in het Noors aangesproken (om vervolgens in het Noors te zeggen dat ik geen Noors spreek). Gelukkig spreekt iedereen heel goed Engels, dus het is niet nodig om als een idioot uit te gaan beelden wat je bedoelt.

Gezien dit verhaal al lang genoeg is geworden, zal ik niet afsluiten met allemaal redenen op te noemen waarom je sowieso op exchange moet gaan. Gewoon doen!

reacties