Kunt u iets vertellen over uzelf en over uw carrière en kunt u uw rol beschrijven als voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP)?
Ik ben begonnen op lokaal politiek niveau, waarna ik de tweede kamer ben ingegaan. Daar ben ik twaalf jaar lang lid van geweest namens de VVD voordat ik minister werd. In mijn eerste ministerschap van 1994-1998 heb ik de post Verkeer en Waterstaat gekregen en in mijn tweede ministerschap, van 1998-2002, was ik minister van Economische Zaken en Vicepremier. Na dit laatste ambtstermijn heb ik het genoegen gehad om twaalf jaar burgemeester van Almere te zijn. Inmiddels ben ik lid van de Eerste Kamer. Aangezien dit geen fulltime job is betekende dit ik extra tijd en ruimte heb om andere dingen te doen, waarvan het voorzitterschap van de NVP er één van is.

Ik ben van mening dat de sector meer moet communiceren. Zodoende is dat één van mijn speerpunten. Daarnaast zal ik mij in zetten voor belangenbehartiging. Dat laatste zie ik meer als “uitlegkunde”. Het belang is bekend, maar wat private equity precies inhoudt weten weinig mensen. Dit is vreemd, aangezien private equity een grote rol speelt in de economie. Mijn missie is om private equity bekender te maker onder een breder publiek, wat het is en wat voor rol het speelt. Wij spreken in plaats van private equity overigens liever van participatiemaatschappij. Dit is een Nederlands woord en dekt de lading goed. De investeerders participeren immers actief in een bedrijf.

Ik ga mij inzetten voor de verbetering van het Nederlandse investeringsklimaat zodat wij de concurrentie met de ons omliggende landen aan kunnen blijven gaan. Betrokken aandeelhouders zoals participatiemaatschappijen zijn daarin onmisbaar”. Deze uitspraak deed u in het FD op 31/8/2015.
In hoeverre lukt het dit doel te verwezenlijken in tijden van crisis?
Bedrijven met een participatiemaatschappij als aandeelhouder kenden in de crisis van 2008 minder faillissementen dan bedrijven zonder een participatiemaatschappij. Ook herstelden die bedrijven zich sneller. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat wanneer mensen begrijpen wat participatiemaatschappijen doen, ze veel milder zullen reageren op de sector. Op dit moment is het grootste risico, ook voor het investeringsklimaat, een te krampachtige houding jegens de sector met mogelijk beknottende wetgeving als gevolg. Ik wil voorkomen dat we een wetgeving krijgen die het participatiemaatschappijen moeilijker maakt om in Nederland te opereren. Een ander ‘risico’ of uitdaging voor de sector is de daling van consumentenbestedingen. Zowel beursgenoteerde bedrijven als portefeuillebedrijven van participatiemaatschappijen komen als gevolg hiervan in de problemen. Wat hierbij opvalt is dat bij bedrijven in handen van participatiemaatschappijen vaak de schuld wordt gelegd bij de aandeelhouder terwijl de financiële crisis de oorzaak is. Bij beursgenoteerde bedrijven wordt wel gewezen naar de crisis als oorzaak.

Henk Nijboer van de PVDA schreef een initiatiefnota ‘Private equity: einde aan de excessen’. Wat is de reactie van de NVP in op dit voorstel en hoe kijkt u naar de ondergang van het warenhuis V&D? Volgens velen de schuld van private equity.
Henk Nijboer verwoord natuurlijk een onderbuik gevoel dat leeft in de samenleving. Dit onderbuik gevoel komt voort uit een gebrek aan kennis/onwetendheid over de sector. Deze onwetendheid mag je de sector aanrekenen. Het is namelijk een sector die van oudsher naar binnen gekeerd is. Er moet dus meer worden gecommuniceerd, zowel door de NVP als door haar leden. Dat is één van onze 3 speerpunten in reactie op de initiatiefnota van de heer Nijboer. Daarnaast gaan we onze gedragscode actualiseren. Deze zijn namelijk verouderd. Ook gaan we ze concreter proberen te maken zodat mensen deze makkelijker kunnen begrijpen. Als laatste zijn we bezig een document te maken voor ondernemingsraden. Het doel van dit document is het informeren van ondernemingsraden over wat ze kunnen doen als er een participatiemaatschappij als aandeelhouder aantreedt.

De ondergang van V&D vind ik natuurlijk heel erg jammer. Allereerst voor de werknemers die nu hun baan verliezen. Daarnaast was het een iconisch Nederlands bedrijf. Maar het feit blijft dat het business model tamelijk verouderd was. Sun Capital heeft overigens vele tientallen miljoen verloren aan V&D. Dat was niet hun intentie. Is de ondergang van V&D dan de schuld van die participatiemaatschappij? Ik denk van niet, als V&D niet over was genomen door Sun Capital dan was het waarschijnlijk in een eerder stadium failliet verklaard.

Hoe moeilijk is het om als VVD-coryfee politiek neutraal te blijven in uw functie?
Men zou kunnen denken dat de NVP u ook als voorzitter heeft gevraagd om te lobbyen voor een betere positie van private equity in Nederland.
Ik was al benaderd voor deze functie voordat dit dossier überhaupt ging spelen in de politiek. Sterker nog, ik had er totaal niet op gerekend. Ik dacht juist ik neem deze functie aan omdat ik participatiemaatschappijen heel belangrijk vind en het beter bekend moet worden. Voor mij is het niet lastig om politiek neutraal te zijn. Als burgemeester weet iedereen dat je lid bent van een politieke partij. Je stelt jezelf op boven de partijen. Natuurlijk zal ik in de senaat nooit het woord voeren over dit onderwerp, dat is in onze fractie niet toegestaan. Maar wij zorgen wel dat de Tweede Kamer zo goed mogelijk geïnformeerd is. Ik vind zelf een lobby ontzettend belangrijk omdat je als Kamerlid niet zonder lobby kan om je informatie op orde te hebben. Een kamerlid dat nooit luistert naar sectoren zal in mijn ogen nooit een goed kamerlid worden. Je moet je eigen keuzes kunnen maken op basis van feiten, de lobbyist brengt de feiten. Het kamerlid heeft daarbij ook de verantwoordelijkheid om andere argumenten aan te horen. Ik vind het dus helemaal niet moeilijk en eigenlijk meer een pre dat je weet hoe het politieke systeem werkt en daaraan je bijdrage kan leveren.