In de herfst van 2013 publiceerde Benedikt Frey en Michael A. Osborne, twee wetenschappers van Oxford, een rapport over de toekomst van werk. Dit rapport biedt een grimmig perspectief voor iedere vorm van werk in de toekomst. Computerisation oftewel automatisering is het woord dat zij gebruiken en dat zij als een grote bedreiging zien voor iedere baan. Zowel IT, als accounting, productie en auditing zal worden geautomatiseerd. Zo ontstaat er een toekomst waarin mensen praktisch vervangbaar en overbodig worden. Het werk van accountants wordt ‘vatbaar’ genoemd voor automatisering. ‘Vatbaar’ is normaal een woord dat gebruikt wordt in de winter: ‘Als je geen warme jas draagt in de winter, ben je vatbaar voor een verkoudheid.’ Het probleem is echter veel complexer. Ik geloof niet dat het gehele audit en accountingberoep zal worden vervangen door IT. Ik geloof wel dat grote brokken werk die nu nog handmatig gedaan worden, zullen worden geautomatiseerd . Software wordt namelijk steeds slimmer. Als Google een auto kan besturen, waarom zou het dan onmogelijk zijnom automatisch een jaarrekening te genereren en te interpreteren? Maar toch, de menselijke factor, het professional judgement, dingen zien die machines niet kunnen zien of andersom het interpreteren en begrijpen van dingen die een machine kan zien, maar het menselijke oog niet. Er zal dus nog steeds een menselijke factor nodig zijn. Tenminste, dat hoop ik! Accounting is een oude wetenschap, ongeveer 500 jaar geleden uitgevonden door een Italiaanse monnik in Venetië. De kooplieden van de Renaissance waren er weg van. Dubbel boekhouden, debit en credit, was een grote stap vooruit. De volgende stap vooruit werd minder dan een generatie geleden ingevoerd: het spreadsheet, ook wel het rekenblad genoemd. Het spreadsheet werd in de zeventiger jaren van de twintigste eeuw uitgevonden. Dan Bricklin en Bob Frankston bedachten in 1979 Visicalc, het eerste echte rekenblad. Berekeningen namen hierdoor aanzienlijk minder tijd in beslag. ‘Visicalc zorgde ervoor dat waar men normaal twintig uur per week mee bezig was, nu in vijftien minuten gedaan kon worden,’ ,vertelt Dan Bricklin in een interview. Hierbij voegde hij nog een merkwaardige en zeer belangrijke opmerking aan toe: ‘en laat hen veel creatiever worden.’ Dat is waar de echte uitdaging ligt in de toekomst!
Een kijkje bij A&F Investments
A&F Investments is een beleggingscommissie voor studenten van de Universiteit van Tilburg, die geïnteresseerd zijn in de financiële markten. Het merendeel van de leden studeert Finance, Economie of Bedrijfseconomie. Het doel van de commissie is om van elkaar te leren wat betreft beleggen. Daarnaast wordt kennis verbreed door diverse interessante gastcolleges van onze partners. De commissie belegt een bedrag dat bestaat inleg van alle leden. Hierdoor krijgen de leden ervaring met beleggen, worden ze uitgedaagd om na te denken over ontwikkelingen op de financiële markt en de waardes van bedrijven. De commissie bestaat op dit moment uit drieëntwintig leden, die verdeeld zijn in groepjes van drie of vier studenten. De groepjes focussen op specifieke industrieën om hier een beter beeld van te krijgen. Elke twee weken krijgen twee teams de kans om te pitchen. Dit kan ofwel een pitch zijn om een bepaald aandeel te kopen, een pitch zijn om een bepaald aandeel te verkopen, of een andere belegginskans. Er wordt overgegaan tot het aankopen of verkopen van een aandeel indien er een twee derde meerderheid is voor het voorstel. Ook heeft de commissie een Risk Managementteam en een Macro-economisch team. Deze teams ondersteunen de groepjes tijdens het maken van hun pitch. Indien er een aandeel wordt aangekocht zal één van de leden dit aandeel nauwlettend in de gaten houden. Hij of zij is vervolgens verantwoordelijk voor het op de hoogte brengen van de rest van de commissie over gebeurtenissen betreffende het aandeel. Afgelopen kwartaal zijn er weer diverse interessante meetings geweest en is ons team aangevuld met een aantal nieuwe leden. Dit brengt weer nieuwe perspectieven en kansen met zich mee voor onze portfolio. Helaas heeft de aandelenmarkt een moeilijk kwartaal achter de rug, voornamelijk vanwege slechte resultaten in China. Daarnaast heeft de onzekerheid over de rente in de Verenigde Staten een negatieve impact gehad op onze portfolio. Ondanks, een moeilijk kwartaal wat betreft de resultaten, was de kwaliteit van de meetings er niet minder om. De macrogroep heeft ons elke meeting voorzien van macro-economisch nieuws. Wisselkoersen en grondstoffen zijn diverse malen aan bod gekomen. Een daling van de goud-, koper- en olieprijs hebben ons bewogen om hier actief naar te kijken. Tijdens het dieptepunt van de olieprijs hebben we een aantal aandelen aangekocht die sterk blootgesteld zijn aan olie. De informatie verstrekt door de macrogroep heeft de andere teams goed geholpen. De pitches van de verschillende groepjes waren heel divers afgelopen kwartaal. Één team gaf een korte introductie over het handelen in opties, met een aantal interessante interpretaties van strategieën hierin. Een ander team kwam op het idee om te gaan beleggen in de farmaceutische industrie. Zij kwamen met een aantal belangrijke inzichten over patenten die sterk van invloed zijn op de aandelenprijs in deze sector. Innovatie en duurzaamheid zijn ook ruim aan bod gekomen en er is dan ook gekeken naar beleggingsmogelijkheden in de zonne-energiesector en innovatieve auto-industrie. Pitches werden onderbouwd door uitgebreide DCF-analyses en multipels om bedrijven te waarderen. Een interessant voorbeeld van afgelopen kwartaal is Tesla Motors, dat naast hun auto’s, ook bezig is met het ontwikkelen van accusystemen. Een belangrijk onderdeel bij de productie van deze accu’s de stof grafiet. Daarom heeft een groep onderzoek gedaan naar deze grondstof en gekeken of het interessant is hierin te beleggen. Er is zelfs een sample opgestuurd door het in Canada gevestigde bedrijf Great Lakes Graphite company. Al met al hebben onze leden op verschillende manieren ervaren hoe het is om te handelen in aandelen. Door de hoge onzekerheid op de financiele markten, belooft ook dit weer een uitdagend en interessant kwartaal te worden voor A&F Investments.
De ins en outs van Randstad
Kunt u iets over uzelf, uw carrière en uw opleiding vertellen? Na mijn VWO ben ik begonnen aan het NIVRA traject. Het traject dat ik heb gevolgd heeft zijn voordelen gehad: je financiert je eigen studie, je leert werken en leert veel bedrijven kennen. Aan de andere kant ben je erg jong. Als je aan een universiteit studeert word je breder gevormd. Als ik het opnieuw zou mogen doen, zou ik waarschijnlijk wel een studie aan de universiteit gevolgd hebben. Uiteindelijk heb ik een jaar of acht in de accountancy gewerkt. Vooral de vrijheid vond ik erg leuk, je bent altijd op pad en de variëteit van klanten en team samenstelling was enorm. Het was voor mij echter niet iets wat ik voor altijd wilde doen omdat ik het gevoel had dat ik altijd aan de zijlijn stond. Ik wilde graag onderdeel zijn van een bedrijf. Op dat moment was Randstad een klant van mij en vond ik het een fascinerend bedrijf. Er kwam een vacature bij de holding als manager financial accounting en dit heb ik vijf jaar gedaan. Daarna heb ik vijf jaar als CFO gewerkt voor Randstad Duitsland en ik ben nu sinds acht jaar CFO van Randstad Groep Nederland. Toen ik bij Randstad begon werd mij aangeraden om de postdoctorale controllers opleiding te doen. Deze heb ik gedaan en was een goede aanvulling op mijn RA titel, zeker als CFO in een beursgenoteerde onderneming. Inmiddels vind ik de RA opleiding wat minder goed aansluiten op een carrière binnen het bedrijfsleven. De nuance van de opleiding en het werk als assistent accountant is wat verschoven. Minder cijfermatig en meer nadruk op procedures en compliancy. Wat vind u het leukste aan uw werk? Ik heb een tamelijk operationele CFO rol. Als je in concern verband zit zijn de specifieke taken, zoals fiscaliteiten en treasury, bij specialisten neergelegd. Daar houd ik me dus minder mee bezig. Ik denk dat de volatiliteit van onze business, de snelheid van handelen en het operationele het leukste is aan het werk. Je moet constant analyseren wat er gebeurt en nadenken of je moet bijsturen. Wat is uw ervaring met de overstap van een groot accountantskantoor naar Randstad? Je moet je realiseren dat je bij een accountantskantoor maar een deel van het financiële plaatje ziet. Ik zeg niet dat het geen goede basis is, want het is een mooie plek om je carrière te beginnen. Daarnaast is er veel variatie en zie je veel bedrijven. Maar als je de overstap naar een groot concern maakt, mag je niet direct veronderstellen dat je als bijvoorbeeld business controller goed functioneert. Je komt nieuwe dingen tegen en als je je dat realiseert is dat geen probleem. In welke mate heeft Randstad de gevolgen ondervonden van de crisis? Wij moeten goed meebewegen met de omzetontwikkeling. Het hoogtepunt van de crisis was voor ons in 2009. We hadden toen een krimp van 30 procent. Je moet dan zo snel mogelijk terug in de bezetting. Wij hebben toen veel kunnen opvangen met natuurlijk verloop van onze intercedenten, maar spannend was het wel. Daarnaast moet je alert blijven op overige kosten en bezetting van vestigingen. Inmiddels zijn onze vestigingen twee keer zo klein en werken we met minder mensen maar behalen we dezelfde omzet als acht jaar geleden. Dit is vooral te danken aan digitalisering waardoor we met minder mensen hetzelfde werk kunnen verrichten. Overigens zijn onze marges ook flink gedaald. Hoe houd u het overzicht over de financiële situatie bij Randstad? Het begint met de kwaliteit van je systemen. Je primaire systemen moeten eigenlijk foutloos werken, bijvoorbeeld het systeem waar onze flexwerkers hun werkbriefjes invullen. Als het werkbriefje ingevuld wordt komt er een factuur uit voor de klant en het salaris voor de flexwerker. Deze gegevens worden in onze financiële systemen gezet. Dat hebben we bij Randstad redelijk goed voor elkaar. De controllers kunnen dan met kant en klare gegevens aan de slag en verliezen weinig tijd met rapporten maken. Vervolgens is het vooral richting onze business een kwestie van plannen, meten, analyseren en bijsturen. En daarvoor heb je hele goede mensen binnen de finance afdeling nodig. En die hebben wij bij Randstad, zij maken het verschil. Hoe zorgt u ervoor dat u in contact blijft met de werkvloer? Het is belangrijk dat ik tijd vrij maak om contact te houden met de werkvloer. Je moet je gezicht laten zien en met collega’s praten, we werken namelijk in een mensenbedrijf. Mensen op de werkvloer gaan beter met elkaar communiceren als ze elkaar kennen. Dus ik moet ervoor zorgen dat mensen mij kennen en dat lukt alleen door er op uit te gaan. Naast mijn werkplek op het hoofdkantoor bezoek ik veel vestigingen. Het is voor de werkvloer belangrijk dat je benaderbaar bent, dit kan via mail, telefoon en persoonlijk contact. Als je niet langs gaat op de verschillende vestigingen weten de collega’s niet wie ik ben en zullen ze ook geen contact met mij opnemen. Wat zijn uw verwachtingen omtrent de banenmarkt en de economie de komende jaren? Mijn verwachtingen zijn op dit moment positief. Je ziet de economie aantrekken, het vertrouwen in de economie is terug en daardoor zie je bijvoorbeeld ook de binnenlandse consumptie toenemen. Alleen bij de banken nemen de banen niet toe, dit heeft vooral te maken met de digitalisering. Als er geen gekke dingen gebeuren, zoals wat er met Griekenland gebeurde of een terroristische aanslag, zet deze groei nog wel even door. Nu is al te zien dat het aantal vacatures toe neemt en het aantal werklozen af neemt. Randstad organiseert binnenkort een business course, waarom zouden studenten voor deze business course moeten kiezen? Wij hebben een business course die voor alle studierichtingen openstaat. Je hebt voor een carrière bij Randstad geen specifieke studie nodig, alleen een studie op WO niveau. De business course is een mooie binnenkomer voor het Management- of finance traineeship. Tijdens een finance traineeship werk je een jaar op en vestiging en draai je daarna anderhalf jaar mee op de