Het eerste deel van deze tweeluik introduceerde de mogelijkheden die een overheid heeft om anticyclisch beleid te voeren: gebruik maken van automatische stabilisatoren en discretionair fiscaal beleid. Dit laatste deel analyseert de effecten van de recente recessies op de ontwikkeling van de vier onderdelen1 van het Nederlandse BBP. Ik sluit af met een beleidsadvies voor een volgend kabinet. Nederlandse huishoudens hebben de grootste hypotheekschuld van de Eurozone (€ 638 miljard). Het afsluiten van (hypotheek)leningen was voorafgaand aan de crisis gemakkelijk en de virtuele waarde van woningen leek alleen maar te stijgen. Mensen rekenden zich rijker dan ze daadwerkelijk waren en dit resulteerde in overmatige consumptie. Toen uiteindelijk de werkelijkheid aan het licht kwam, moest er gekort worden in consumptie. In Nederland is de consumptie over de periode 2007 – 20142 met maar liefst 3,5% gedaald terwijl het BBP in beide perioden een vergelijkbare grootte had (zie grafiek). Tevens was er een sterke daling in de bedrijfsinvesteringen waarneembaar. Door moeilijkere marktomstandigheden (minder vertrouwen en teruglopende vraag) gingen bedrijven failliet en kwamen investeringen te vervallen. De bedrijven die de crises wel overleefden, schroefden hun investeringen drastisch terug. Dit blijkt uit ook de data: de investeringen daalden met maar liefst 15,8% over de jaren 2007 tot en met 2014. Naast de consumptieve bestedingen hebben de bedrijfsinvesteringen ook nog een lange weg te gaan tot volledig herstel. Ondanks dat een daling van 18,6% in de periode 2007 – 2009, was de netto export (NX) in 2011 alweer terug op het oude niveau. Waar eerst het vertrouwen in internationale handel wegzakte, bleek dit maar van korte duur en herstelde de netto export zich vrij snel. Sterker nog, in 2014 was de netto export met 40% gestegen ten opzichte van het jaar 2007. De exportsector is vaak de eerste sector die aantrekt na een recessie en zeker voor Nederland, als kleine open economie, heeft dit gunstige gevolgen. Als laatst volgen de overheidsuitgaven (G): deze zijn door alle bezuinigingen niet gedaald maar minder snel gestegen dan zonder overheidsinterventie. In totaal zijn de overheidsuitgaven met 5,4% gestegen over de periode 2007 – 2014. Ondanks de overheidsbezuinigingen stegen de absolute uitgaven van de overheid jaar op jaar. De bezuinigingen werkten het effect van de automatische stabilisatoren tegen waardoor de overheidsuitgaven minder snel stegen. ‘’… het BBP had hoger kunnen zijn in 2014 als de overheid niet bezuinigd had en gebruik had gemaakt van discretionair fiscaal beleid.’’ Achteraf blijkt dat vooral door de sterke export het BBP in zeven jaar herstelde. De consumptie en de bedrijfsinvesteringen krompen aanzienlijk. Ondanks dat de overheidsuitgaven een kleine groei hebben laten zien, heeft de overheid er alles aan gedaan om deze groei zo gering mogelijk te maken. Het effect van de automatische stabilisatoren moest tegengewerkt worden. Het heeft geleid tot een langere recessie. Anders gezegd, het BBP had hoger kunnen zijn in 2014 als de overheid niet bezuinigd had en gebruik had gemaakt van discretionair fiscaal beleid. De overheid hoort in een recessie anticyclisch in plaats van procyclisch beleid te voeren. Dit beleid zal de conjunctuurcyclus afzwakken, tot minder volatiliteit leiden en de recessie minder diep maken. Nu hoor ik u zeggen: er is geen ruimte geweest in het Nederlandse overheidsbudget om expansief beleid te voeren. Dat klopt. De kabinetten Rutte I en Rutte II hebben geen ruimte gehad om dit beleid te voeren en zijn door het Stabiliteits- en Groeipact (3%-regel) gedwongen geweest de recessie strenger te maken. Dit komt omdat de overheid in de jaren voor de financiële crisis er niet in is geslaagd voldoende te bezuinigen en de hand op de knip te houden terwijl er een hoogconjunctuur gaande was. Hierdoor is de economie juist in de periode vóór 2008 aangezwengeld. ‘’Ons overheidsbudget zal positief moeten zijn (richting de +3%) zodat er ruimte overblijft om in geval van een nieuwe recessie geld uit te kunnen geven.’’ Om een nieuwe recessie milder te laten verlopen zal een nieuwe regering opnieuw een aantal bezuinigingen moeten invoeren. Ons overheidsbudget zal positief moeten zijn (richting de +3%) zodat er ruimte overblijft om in geval van een nieuwe recessie geld uit te kunnen geven. De overheid zal het dak nu moeten repareren want als we naar buiten kijken dan zien we dat het gestopt is met regenen en de zon doorkomt. Je weet maar nooit wanneer het weer begint te regenen… 1 Huishoudelijke consumptie (C), bedrijfsinvesteringen (I), netto export (NX) en overheidsbestedingen (G). 2 Ik heb de periode 2007 – 2014 gekozen aangezien de economie in beide jaren een nagenoeg even groot BBP had. Hierdoor kan gekeken worden naar de veranderingen in de compositie van het BBP. Max Pepels is blogger bij econooMax. Wilt u meer artikelen van Max lezen, ga dan naar de website van econooMax.
Ook onderwijs na openen beperkt houdbaar!
Niet alleen de overheid, maar vooral de student zelf zou meer moeten investeren in en tijdens zijn studententijd. Persoonlijke ontwikkeling moet hierbij centraal staan. De vrijheid die deze tijd biedt geeft ontzettend veel kansen, maar je moet ze zelf grijpen. Jurgen, een goede vriend van me, zegt altijd dat je beter spijt kunt hebben van de dingen die je wel hebt gedaan, dan van de dingen die je niet hebt gedaan. Gedurende mijn studentenperiode heb ik veel naast mijn studie ondernomen, ik denk dat ik ook gerust kan zeggen een stuk meer dan de gemiddelde Tilburgse student. Zoals voor velen geldt, was mijn oorspronkelijke reden hiervoor het verrijken van mijn CV. Ik kwam er al snel achter waarom bedrijven dit zo waarderen. Aan het eind van iedere ondernomen rol of activiteit kun je altijd wel punten aanwijzen waarin je jezelf hebt ontwikkeld, ook al ben je je er niet meteen van bewust. Nu terugkijkend, is het bestuursjaar bij studievereniging Asset | Accounting & Finance het kantelpunt geweest in mijn studententijd: toen ik mijn studie een jaar lang stil had gelegd in 2014, besefte ik pas echt hoe groot het belang van een actief studentenleven kan zijn. Het was voor mij een echte eye opener en ik begon toen pas in te zien wat echt belangrijk is: jezelf ontwikkelen. Wanneer je de balans opmaakt wat je samen met je bestuursgenoten en actieve leden hebt bereikt in een jaar tijd, merk je pas hoe ongelofelijk veel je hebt geleerd. Je ontwikkelt je soft skills, leert om goed te netwerken en om verantwoordelijkheden te dragen. Vooraf is het haast onmogelijk om in te schatten met hoeveel stakeholders zo’n vereniging te maken heeft onder andere op de universiteit, in het bedrijfsleven en onder haar (oud) leden. Een van de belangrijkste taken voor mij als External Affairs was het binnenhalen van voldoende opbrengsten bij bedrijven, wanneer dit niet zou gebeuren ontstaan er al snel serieuze liquiditeitsproblemen (om toch binnen de accounting & finance thema’s te blijven). Genieten is dit jaar natuurlijk ook voldoende gebeurd en tot de dag van vandaag ben ik nog steeds blij dat ik te zijner tijd deze keus heb gemaakt en merk ik de voordelen er nog steeds van.. Na afloop heb ik nog een stage gelopen bij KPMG Advisory in Amstelveen en mijn bachelor afgerond. Ook deze stage had ik achteraf nooit willen missen. Daar waar ik dacht dat ik bij mijn studievereniging al een behoorlijke slag qua professionaliteit had gemaakt, leerde ik tijdens mijn stage pas echt wat professionaliteit inhoudt. Je raakt gewend aan nog meer gestructureerd werken volgens bepaalde normen en doet ontzettend snel en veel relevante kennis van een bepaald vakgebied op. Zo’n stage is een ideale tijd om een veel beter beeld te krijgen bij de baan waar je later eventueel terecht kunt komen en daarnaast geeft het je denk ik een gewaardeerde voorsprong qua werkervaring t.o.v. je medestudenten. “Klaarblijkelijk is het slagen voor je studie alleen niet genoeg” Wat nou echt als belangrijk wordt ervaren aan opgedane ervaring verschilt natuurlijk per bedrijf/functie waar je op wilt solliciteren. Maar toch denk ik dat iedereen wel bekend is met de algemene ‘checklijst’ van recruiters: Buitenlandervaring, commissie-ervaring, een bijzondere bijbaan, bestuurservaring, of sommigen starten zelfs een eigen bedrijf naast hun studie. Daarnaast zijn er ook tal van mogelijkheden om je te onderscheiden binnen je opleiding, bijvoorbeeld via het volgen van een honours program of extra vakken, of via een exchange programma of summer course. Het halen van hoge cijfers is natuurlijk ook iets om jezelf aantoonbaar boven je medestudenten te laten uitsteken. Alleen bij dat laatste blijft voor mij altijd de vraag staan, als hoge cijfers echt zo gewaardeerd worden en iemand het hoogst mogelijke onderwijs (een universitaire opleiding) wat Nederland te bieden heeft gevolgd, waarom hebben veel bedrijven dan toch de verplichte capaciteiten testen nodig in hun recruitmentproces? Klaarblijkelijk is het slagen voor je studie alleen niet genoeg om aan te tonen dat je over de juiste intelligentie beschikt. Het is dan ook iets wat me al lange tijd enorm boeit, kijken naar hoe de verschillende keuzes in mijn nabije studievriendenkring uitpakken. Ik heb geen idee of er überhaupt wel een op een verband bestaat tussen het opgebouwde CV en een succesvolle sollicitatie, misschien is het trainen op sollicitatiegesprekken nog wel veel belangrijker dan het opbouwen van een goed CV. Het komt immers altijd aan op dat ene of die enkele gesprek(ken), dát is het moment waarop de klik moet ontstaan wat uiteindelijk zou leiden tot een contract. Ik denk dat de rol van de overheid in dit hele verhaal ook weer wat kan/moet veranderen. Prinsjesdag 2016 liet zien dat Nederland goed uit de crisis is gekomen, er zou weer voldoende ruimte voor investeringen zijn ontstaan. Binnen een kenniseconomie als de Nederlandse –en met kwalitatief hoogstaand onderwijs als een van de belangrijkste componenten daarvan- zou ik ervoor pleiten dat de basisbeurs weer zo snel mogelijk in ere wordt hersteld. Een tijd terug hoorde ik in het nieuws dat onderzoek aantoonde dat er op dit moment minder studenten op kamers gaan wonen, vanwege de tekorten op studiefinanciering. Op korte termijn zal hier wel weinig van te merken zijn in de toevoer richting de arbeidsmarkt, maar ik vrees dat het effect hiervan pas over een paar jaar echt pijnlijk voelbaar zal zijn. En dat terwijl er nu juist tijd en mogelijkheden zijn om hierop te anticiperen. Veel internationale studenten die ik heb ontmoet in Tilburg spreken lovend over het actieve studentenklimaat en dat er hier zo ongelofelijk veel manieren zijn om jezelf te ontplooien buiten je opleiding. Ik denk dat dit iets is wat we zouden moeten koesteren en als belangrijke pijler in ons studentenlandschap moeten blijven zien. Nederlandse universiteiten zouden in mijn ogen koploper moeten worden in het ondersteunen van actieve studenten en opbouwen/onderhouden van zulke ecosystemen. Ik zie de opleiding niet als iets onbelangrijks, integendeel. Het behalen van een diploma is een vereiste om überhaupt ergens te kunnen solliciteren. Maar toch, wat bij mij wringt is