For the English version, click here Hoe corrupt is Nederland? Over deze vraag buigt Transparency International zich jaarlijks en publiceren zij de Transparency International corruption index, gebaseerd op interviews met experts en zakenmensen in desbetreffende landen. In de meest recente evaluatie scoort Nederland redelijk goed, met een achtste plaats in de top tien minst corrupte landen [1]. Toch moeten we in Nederland kritisch blijven. In ons eigen land is corruptie weliswaar grotendeels uitgebannen, maar in het buitenland maken Nederlandse bedrijven zich meermaals schuldig aan omkoping. De OECD Working Group on Bribery, de organisatie die verantwoordelijk is voor het monitoren en rapporteren van de anti corruptie inspanningen van deelnemende landen, concludeert dat bedrijven of individuen in Nederland zelden voor de rechter komen en het aantal buitenlandse omkoping zaken dat met sancties wordt afgesloten relatief laag is [2]. Verder ontbreekt het in Nederland aan een juridisch kader voor self-reporting, bedrijven kunnen daardoor lastig inschatten wat de consequenties zijn, wanneer zij interne corruptiepraktijken melden, wat leidt tot onzekerheid en terughoudendheid. De OECD Working Group on Bribery noemt echter ook positieve ontwikkelingen in de corruptiebestrijding. Eén daarvan is de oprichting van het anti-corruptie centrum (ACC) in 2016, een eenheid binnen de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) gericht op het bestrijden van corruptie in de vorm van ambtelijk en niet-ambtelijke omkoping in het buitenland en niet-ambtelijke omkoping in Nederland. Het ACC richt zich naast het uitvoeren van corruptieonderzoeken, op het delen van kennis op het gebied van corruptie, het aangaan van de samenwerking met verschillende partijen en beroepsgroepen en het vergroten van de bewustwording ten aanzien van corruptie en het signaleren ervan d.m.v. ‘Awareness-raising-activities’. Ik sprak met Desiree van der Hoorn, registeraccountant én projectleider bij ACC, over hoe deze unit te werk gaat, waarom zij de hulp van accountants in het melden van corruptie signalen goed kunnen gebruiken en de pilot tussen de NBA, FIOD, en accountants. Hoe gaat melden van corruptie-signalen? Het ACC start een corruptieonderzoek na het ontvangen van een of meerdere signalen, voortkomend uit verschillende bronnen. Deze signalen kunnen vanuit de andere overheidsdiensten zoals de belastingdienst komen, openbaringen van whistleblowers in de media, zoals de Panama papers en Luanda leaks, maar ook vanuit meldingen door accountants. Accountants maken onderdeel uit van de zogenaamde poortwachters, publieke en private organisaties die op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) wettelijk verplicht zijn ongebruikelijke transacties die zij signaleren te melden bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland). Andere voorbeelden van poortwachters zijn instituties zoals banken, trustkantoren en betaaldienstverleners, maar ook advocaten, taxateurs en notarissen. Voor accountants zijn voor het melden van ongebruikelijke transacties zowel subjectieve als objectieve indicatoren ontwikkeld. Zo moet bijvoorbeeld een transactie van € 10.000 of meer, betaald in contanten, cheques, of prepaid card te allen tijde gemeld worden. Na het melden van de ongebruikelijke transactie, kan de FIU-Nederland de transactie verdacht verklaren, waarna deze transactie ter beschikking komt van de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Meldingen door accountants In totaal werden in 2019 door de verschillende instituties en beroepsgroepen 2.462.973 ongebruikelijke transacties bij de FIU gemeld, waarvan 3424 door accountants [3]. Dit vertegenwoordigt een klein gedeelte van het totale aantal meldingen, waarbij wel een kanttekening geplaatst moet worden dat betaaldienstverleners, veelal door de objectieve indicatoren ruim 1,9 miljoen meldingen gedaan hebben. Ondanks het geringe aantal zijn deze meldingen erg waardevol voor de FIU-Nederland en de FIOD/ACC volgens van der Hoorn. “Een accountant zit veel dichter op een onderneming en heeft goed zicht op wat er binnen een onderneming gebeurt, wat gebruikelijk is, maar dus ook wat ongebruikelijk is. Daarnaast gaat er voordat de accountant een melding doet het een en ander aan vooraf. Bij grote accountantskantoren vinden er voorafgaand aan een melding vaak al meerdere overleggen plaats. Meerdere deskundigen hebben dus al een blik op de zaak geworpen en de transactie is uitvoerig geanalyseerd. Hierdoor zijn de meldingen die gedaan worden vaak kwalitatief erg waardevol” “Als je kijkt naar de relatie met jouw klant, dan is het logisch dat je die goed wilt houden. Maar ‘goed houden’ zou voor mij ook betekenen inhoudelijk goed, dus je wilt ook dat een klant integer handelt en dat jij hem als accountant op dat integere spoor kan zetten, voor zover die daar zelf nog niet op zit.” De afwegingen van melden Desondanks blijven accountants terughoudend in het melden van corruptie signalen en worden de opsporingsdiensten eerder als vijand gezien dan als partij om de samenwerking mee aan te gaan. Hoe kan dit? De accountant heeft naast zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het oordelen over de getrouwheid van de jaarrekening, ook een directe verantwoordelijkheid tegenover de klant. Deze combinatie kan zorgen voor een belangenverstrengeling die het melden belemmert. Dit weegt echter niet op tegen het feit dat het niet of het te laat melden van een ongebruikelijke transactie strafbaar is. Er kunnen forse boetes tegenover staan [4, 5], maar een accountant kan ook zelf strafrechtelijk of tuchtrechtelijk aangesproken worden. Daarnaast denkt van der Hoorn dat wanneer een accountant juist handelt, hij niet snel in een situatie terecht komt met grote dilemma’s of risico’s. “Ondanks dat het als accountant verboden is jouw klant te melden dat jij een ongebruikelijke transactie gemeld hebt bij de FIU-Nederland, wil je de problematiek die je geconstateerd hebt wel bespreken met de klant. Samen met de klant wil je dit oplossen, voorkomen dat het in de toekomst nog een keer gebeurt, en eventueel bespreken in hoeverre het zinvol is om af te rekenen met het verleden, en de omkoping zelf actief te melden, het zogeheten self-reporting. Als je in zo’n open relatie zit met je klant, dan kom je eigenlijk helemaal niet op een punt waarin het risico zich effectueert. “ Daarnaast wordt belangenverstrengeling vaak genoemd als mogelijke reden voor het niet melden van een ongebruikelijke transactie, maar volgens van der Hoorn zou een accountant die in het belang van zijn klant handelt juist mogelijke corruptiesignalen aan willen kaarten voor zover de klant hier niet van op de hoogte is: “Als je kijkt naar de relatie met jouw