SNS als staatsbank?

Max Pepels

SNS werd vier jaar geleden voor een bedrag van €3,7 miljard genationaliseerd door de Nederlandse overheid. Inmiddels is SNS opgesplitst in verschillende onderdelen waarvan alleen nog het bankonderdeel in handen van de overheid is. Demissionair minister van Financiën, Dijsselbloem, laat nu de voor- en nadelen van SNS als overheidsbank onderzoeken door de stichting die SNS nu beheert. Dit artikel geeft alvast een antwoord op dit vraagstuk door de wetenschappelijke literatuur over het functioneren van staatsbanken versus private banken te raadplegen.

Het principe
De gedachte van de Tweede Kamer om SNS niet te privatiseren is dat SNS als staatsbank zal zorgen voor een grotere diversiteit in het Nederlandse bankenlandschap. In Nederland opereren drie verschillende soorten banken: private banken (zoals ING, ASN en Knab), een coöperatieve bank (Rabobank) en (semi-)publieke banken (ABN AMRO en SNS Bank). Private banken hebben simpelweg als doel het maximaliseren van hun winst, waarbij zij enkel georiënteerd zijn op hun aandeelhouders, terwijl coöperatieve banken ook aandacht hebben voor belangrijke stakeholders binnen hun bedrijfsactiviteiten. Daarnaast bestaat er (vooralsnog) de publieke bank in Nederland. Publieke banken streven in beginsel niet naar winstmaximalisatie maar dienen de stabiliteit van het financiële systeem door minder risico te lopen en kosten te besparen. Om te bepalen of deze theorie correct is, maak ik gebruik van de relevante wetenschappelijke literatuur.

Prestaties en efficiëntie
De literatuur over staatsbanken laat zien dat deze banken over het algemeen een lagere winstgevendheid hebben, een slechtere kredietverlening hebben en grotere risico’s lopen dan private banken. De grondslag van deze bevindingen ligt in een inefficiënte allocatie van middelen. Publieke banken verschaffen geld op een inefficiënte wijze omdat zij in beginsel geen winst maximaliserend oogpunt hebben. Hierdoor is de prikkel om risico’s van leningen op een correcte wijze te bepalen kleiner geworden. Het gevolg is dat risico’s stijgen, leningen een grotere mate van wanbetaling hebben en de winstgevendheid lager uitvalt. Hier staat echter tegenover dat publieke banken lagere financieringskosten hebben doordat overheden impliciete of expliciete garanties geven. Deze garanties zorgen ervoor dat investeerders (obligatiehouders) ervan uitgaan dat de overheid zal instappen wanneer de bank in slecht weer terecht komt, waardoor zij lagere rentes vragen op geld dat de bank nodig heeft.

Stabiliteit
Staatsbanken hebben echter wel een positief effect op de financiële stabiliteit in een land. Dit effect uit zich vooral in economisch slechte tijden, aldus de literatuur. Uit de financiële recessie van 2008 blijkt dat staatsbanken anticyclisch beleid voerden met betrekking tot hun kredietverlening. Terwijl private banken hun kredietverlening beperkten gedurende de crisis, vergrootten publieke banken hun kredietverlening of hielden deze constant. Publieke banken kunnen er dus voor zorgen dat een zogenaamde ‘credit crunch’, een periode met een sterke daling in beschikbaar krediet, voorkomen kan worden. Daarnaast kunnen staatsbanken met behulp van anticyclische kredietverlening het herstel na een recessie bevorderen.

Conclusie
Alhoewel een staatsbank in eerste instantie inefficiënt en niet geschikt lijkt voor het Nederlandse kapitalistische stelsel, wijst de literatuur op de stabiliteit van het financiële stelsel. Echter, een assumptie die de literatuur (ex ante) maakt, is dat staatsbanken reeds aanwezig zijn in een economie. Het is echter zeer belangrijk niet te vergeten dat u en ik hebben bijgedragen aan de nationalisatie van SNS Bank; maar liefst €3,7 miljard in totaal. Dit bedrag zullen wij, als belastingbetaler, niet meer terug krijgen wanneer SNS in staatshanden blijft. De vraag is dan ook of deze optie goedkoper is dan wanneer SNS geprivatiseerd wordt en we pas bij een volgende crisis de negatieve gevolgen zullen ervaren**.

 

** De optie van SNS als private bank zal eerder geprefereerd worden indien rekening wordt gehouden met preferenties en tijd. Toekomstige verliezen horen verdisconteerd te worden doordat men over het algemeen minder waarde hecht aan de toekomst dan aan het heden.

reacties